Het blijft lachen met X-Men: Children
of the Atom, de miniserie van Marvel Comics die werd aangekondigd
als het beste en meest vernieuwende project van de afgelopen
jaren. Soms vraag ik me af hoe het toch mogelijk is dat alle
medewerkers aan deze titel überhaupt hun baan nog hebben.
Het gerommel, gefriemel en gefröbel rondom de serie lijkt
meer op een variété act dan op een revolutie
op het gebied van superheldencomics. In de herfst van vorig
jaar zag het er allemaal rooskleurig uit. Alleen de namen
van schrijver Joe Casey en tekenaar Steve Rude waren voor
velen reden genoeg voor een korte sprint naar de stripwinkel.
Schuimbekkend van verlangen bestelden volksstammen fans de
miniserie en werkelijk niets leek de euforische stemming te
kunnen bederven. Niets.
Maar er is iets misgegaan. Het is
onduidelijk bij wie de fout ligt, maar dat er sprake is geweest
van een misrekening lijkt inmiddels zonneklaar. Misschien
was het redactionele team niet op de hoogte van Rude's reputatie
als niet al te snelle tekenaar. Misschien heeft Rude zichzelf
in zijn grote enthousiasme overschat. Of misschien heeft iedereen
op de momenten dat het er werkelijk om ging collectief liggen
slapen. Wat de oorzaak ook is, na het verschijnen van het
eerste nummer doken de geruchten op en je kon de vergaderende
redacteuren bij Marvel tot twee straten verderop horen. Rude
kon het tempo niet aan en liet zijn deadlines als een sneltrein
aan zich voorbij gaan. X-Men: Children of the Atom #2 werd
een weekje vertraagd en het derde deel lag niet een week maar
zes maanden later dan gepland in de winkels. Dat het zo niet
langer kon, had iedereen toen wel door.
Toen het probleem eindelijk was onderkend,
werd driftig naar een vervanger voor Rude gezocht. Tekenaar
Paul Smith bleek een ware redder in nood. Zijn tekenstijl
heeft wel wat weg van de tekenstijl van Rude, hij kan redelijk
vlot werken en bovendien had hij na het stilletjes verdwijnen
van zijn serie Leave it to Chance de laatste anderhalf jaar
toch al niet veel te doen gehad. Alles leek in kannen en kruiken,
de resterende nummers van de miniserie werden opnieuw in de
bestelgidsen aangekondigd en het redactionele team kon rustig
slapen. De crisis was bezworen, het gevaar afgewend, de reputatie
gered. Tenminste, dat dacht men. Want het vierde deel liet
langer op zich wachten dan gepland en afgelopen week maakte
Marvel met het schaamrood op de kaken bekend dat de serie
opnieuw een vertraging heeft opgelopen.
Na het verzorgen van het tekenwerk
voor het vierde nummer zal namelijk ook Smith de serie verlaten
en worden vervangen door de onbekende Kroatische tekenaar
Essad Ribic, die de laatste twee delen voor zijn rekening
neemt. Het vierde nummer ligt door deze omwentelingen drie
weken later in de winkels dan de bedoeling was, waarna de
nummers vijf en zes eind juni en eind juli verschijnen. 'Als
alles meezit,' hoor je alle bij de serie betrokken personen
binnensmonds mompelen. Bij het zien van zo veel leed houd
ik het niet droog, daarvoor kom ik eerlijk uit. Want waar
hebben we het over? Een zesdelige miniserie die verspreid
over zo'n tien maanden wordt uitgegeven en waaraan drie verschillende
tekenaars hebben gewerkt. Het lijkt Top Cow wel!
Okay, het netjes op tijd uitbrengen
van een comic brengt vandaag de dag blijkbaar veel meer werk
met zich mee dan voorheen. De schrijvers willen toch ook wel
eens een biertje in de kroeg drinken, de tekenaars moeten
elke dag hun topscore op de Sega Dreamcast verbeteren en de
redacteuren moeten toch ook tijd hebben om te spelen met hun
action figures. Moet ook kunnen. Doen we niet moeilijk over.
Maar dat een zesdelige miniserie niet gewoon op tijd kan verschijnen,
gaat boven mijn pet. Ik zou er zelfs voor willen pleiten dat
geen enkele miniserie wordt aangekondigd voordat alle delen
al minimaal geschreven en getekend zijn. Dan zijn we in één
klap van al dat gezeur af en het bespaart de trouwe lezer
een hoop ellende.