Het is woensdag 13 juni 2001. Zestien
weken lang laten elf prominenten uit de comicwereld zich opsluiten
in het Bad Writer huis. Een elftal taalkundige brokkenmakers
dat middels een afvalrace gaat uitmaken wie van hen de slechtste
schrijver is. De acht mannen en drie vrouwen druppelen binnen.
Brian Michael Bendis komt op zijn
mountainbike aanrijden. Zijn gezicht staat op onweer. Op de
vraag wat hij hier doet, antwoordt hij met een nauwelijks
ingehouden woede, "Ja, dat weet ik verdomme ook niet,
man! Bad Writer? Ik ben verdomme de beste schrijver van dit
moment. Iedereen wil me hebben, jonge meisjes gooien tijdens
signeersessies hun slipjes naar me toe; ik snap er verdomme
geen fuck van." Gevraagd naar een reactie op het nieuws
dat hij bij Marvel een serie voor volwassenen gaat schrijven,
werpt hij de camera een dodelijke blik toe. "Gaat je
verdomme geen fuck aan."
"Wat moet dat kale ettertje hier?"
Todd McFarlane is zojuist uit de stretch limousine gestapt.
Gehuld in smoking en met een zonnebril op zijn hoofd kijkt
hij Brian na. De producent legt hem in simpele bewoordingen
nog eens het concept van Bad Writer uit. Todds ogen glimmen.
"En hoe zit het met de rechten? Ik heb nog wel een leuk
bundeltje auteursrechten liggen van een gekke Brit. Als ik
die nu eens ruil voor de rechten op dit programma, verzeker
ik je dat het volgend jaar dé zomerhit wordt. Action
figures, cartoons en natuurlijk een bioscoopfilm. Ideetje?"
Intussen zijn ook Peter David en Chris
Claremont gearriveerd. Chris belooft zijn vrouw dat hij haar
braaf elke dag zal schrijven en hij zwaait de blauwe gezinswagen
uit, waarna hij Peter amicaal op de rug slaat. "Maak
je niet druk. Ze zullen snel genoeg doorhebben dat wij hier
helemaal niet thuishoren. Als we ons netjes gedragen en zeer
welbespraakt overkomen, zit alles wel snor." Precies
op dat moment komt Erik Larsen aan op zijn fiets, rijdt over
de tenen van de zwaarlijvige Peter en kijkt verbaasd op, "Ben
ik hier goed of is dit Big Diet?" Peter loopt rood aan
en Chris duwt hem sussend naar binnen. "Denk nou aan
die camera's!"
Christina Z en Renae Geerlings stappen
gelijktijdig uit hun vrijwel identieke roze autootjes. Zodra
ze zien dat ze allebei exact dezelfde designer kleding dragen,
vliegen ze elkaar in de haren en rollen ze richting de ingang.
De vraag waarom Renae als redactrice toch voor dit programma
is gevraagd, wordt niet eens gehoord. Het gaat er heel een
stuk vriendelijker aan toe als Warren Ellis gezellig keuvelend
met Alan McElroy arriveert. Ze wisselen een dozijn nieuwe
scheldwoorden uit en Warren knikt vol bewondering als Alan
zonder hapering vierendertig variaties op het woord 'teringhoer'
geeft. Warren heeft wel tijd voor een interview. "Het
maakt mij geen kont uit wat iedereen van me vindt. Ze doen
maar. Ik weet van mezelf dat ik een goed schrijver ben en
de rest kan creperen. Ik zie dit gewoon als een vakantie."
In de verte duikt Barbara Kesel op.
"Sorry, maar mijn man Karl wilde niet in beeld, vandaar
dat ik dit laatste stukje moest lopen." Glimlachend bekijkt
ze het grote huis. "Dus hier moet het allemaal gebeuren?
Hier gaan we bepalen wie de beste schrijver van het jaar wordt?"
De producent kucht nadrukkelijk, de cameraman doet net of
het tijd is voor de reclameblokken en onder lichte dwang wordt
Barbara naar binnen gestuurd. "Wacht eens even. Bad Writer?
Waarom heeft Karl me daar niets van verteld?!"
Ruim een uur later hebben de tien
bewoners hun koffers uitgepakt en liggen ze lui in de tuin.
Het is nog aftasten en bepaalde personen blijven ver bij elkaar
uit de buurt, maar het komt allemaal heel vreedzaam over.
Dan wordt aan de deur geklopt. Rob Liefeld. "Ik kon het
niet vinden. Echt, ik heb wel acht keer de weg gevraagd, maar
ze hebben me allemaal de verkeerde kant opgestuurd. Expres!
Die laatste jongen wilde helemaal niets zeggen en toen ik
hem vertelde dat ik de bedenker van Youngblood was, lachte
hij me recht in mijn gezicht uit."
De overige tien bewoners kijken niet
eens op. "Hoorde jij wat?" vraagt Peter aan Chris.
"Huh? Oh, dat. Achtergrondruis. Niet op letten."