Het ontslag van Joe Quesada als hoofdredacteur
van Marvel Comics heeft voor flink wat beroering gezorgd.
Insiders hadden het voorspeld, maar toen directeur Bill Jemas
het nieuws vorige week vrijdag bekendmaakte, bleek dat de
problemen omvangrijker waren dan menigeen vermoedde. De onhoudbare
situatie op de werkvloer bestond al sinds december 2007, nu
meer dan een half jaar geleden.
Acht jaar heeft Quesada de scepter
gezwaaid. Acht lange jaren bespeelde hij de media als een
viool en speelde hij tijdens zijn teleconferenties de hoofdrol
in zijn eigen egovergrotende onemanshow. Wie zijn opvolger
ook wordt, hij of zij wordt geconfronteerd met de puinhopen
van acht jaar Quesada. De drie speerpunten van zijn beleid
(creatieve vrijheid, consumentgerichte marketing en onbelemmerde
expansie) zijn altijd geroemd, maar juist op die punten is
het misgegaan.
Ten eerste de creatieve vrijheid.
Bestond de creatieve vrijheid onder zijn voorganger Bob Harras
uit het vragen om een kopje koffie, onder Quesada kreeg iedereen
de ruimte. Vóór zijn aanstelling als hoofdredacteur
is hij jaren werkzaam geweest als tekenaar en als schrijver,
dus hij weet uit ervaring hoe vervelend het is als je met
handen en voeten gebonden bent aan het bureau van een omhooggevallen
redacteur. In eerste instantie heeft deze vrijheid voor een
toestroom van veel grote namen gezorgd. Kevin Smith, J. Michael
Straczynski, Grant Morrison; ze hadden er wel oren naar.
Dat het te ver kan gaan, werd medio
2006 pijnlijk duidelijk toen de nieuwe serie van M. Night
Shyamalan debuteerde. De filmschrijver en regisseur deed in
zijn allereerste nummer zestien pagina's over het uitzoomen
van toiletbril. Na de beruchte scène in het bos, die
vier nummers in beslag nam en volledig tekstloos was, keerden
de lezers de comic massaal de rug toe. Alleen het aanstellen
van Brian Michael Bendis als tekstschrijver heeft de serie
gered. Bendis schreef op dat moment twee dozijn series voor
Marvel, dus één meer deed hem weinig.
Samenhangend met de creatieve vrijheid
speelt het grote probleem van de onbelemmerde expansie. Quesada
kende geen grenzen en als die grenzen er waren, verlegde hij
ze. Hij verspeelde echter veel krediet toen hij bepaalde dat
alle populaire titels meer dan twaalf maal per jaar moesten
verschijnen. Eerst achttien, toen vierentwintig en na de San
Diego Comic-Con van 2005 (het eerste jaar dat Marvel helemaal
niet aanwezig was en slechts folders met handtekeningen liet
verspreiden) zelfs zesendertig maal per jaar. Veel lezers
klaagden omdat op deze manier bij New X-Men liefst veertig
nummers zaten tussen twee volledig door de nieuwe vaste tekenaar
Michael Turner gemaakte comics, maar ze bleven wel kopen.
Tenslotte heeft onder Quesada de marketingmachine
overuren gedraaid. In het begin met succes, na verloop van
tijd steeds vaker niet. Iedereen kan zich wel herinneren hoe
de miniserie Wolverine: Origin VI werd aangekondigd. Echt
overtuigend klonk het niet toen werd beloofd dat de volledige
waarheid over Wolverine's verleden deze keer wél uit
de doeken zou worden gedaan en de verkoopcijfers waren ernaar.
Tegen de tijd dat de reeks Captain Marvel voor de derde keer
van de financiële ondergang moest worden gered, was de
nieuwigheid er vanaf: de ludieke actie 'yorChoice' werd vroegtijdig
afgeblazen. Ook de revival van de jaren negentig faalde. Titels
als Teletubbies, Pokémon en Ultimate Spice Girls konden
ondanks grote namen als Garth Ennis en Alan Moore geen potten
breken en over de Rob Liefeld revival is verder nimmer meer
gesproken.
De puinhopen van acht jaar Quesada
zijn indrukwekkend. Vanwege de vele exclusieve contracten
zitten ooit populaire series als Amazing Spider-Man en Incredible
Hulk zeker vijf jaar vast aan grote namen uit de filmwereld
die zo veel vrijheid hebben bedongen dat niemand kan ingrijpen
als ze Peter Parker acht nummers lang droef kwijlend in een
isoleercel laten creperen, negentig procent van alle series
is een Ultimate comic en op het budget is zo'n grote post
voor marketing gereserveerd, dat niet genoeg geld beschikbaar
is voor het uitgeven van alle aangekondigde series.
Het floppen van de films X-Men 4 en
Howard the Duck 2 was niet de oorzaak van Quesada's ontslag,
het was de spreekwoordelijke druppel die de emmer deed overlopen.
Hopelijk trekken zijn opvolgers lering uit het verleden, want
alleen dan wordt een herhaling van dit debacle voorkomen.
Nu rest enkel puinruimen.