Marvel heeft de stap onlangs al gezet
en nu stopt ook concurrent DC met de traditionele brievenrubriek.
Ze hebben er zelfs een persbericht aan gewijd. Althans, ze
hebben het op internet gemeld, want een papieren persbericht
is natuurlijk ouderwets. De beslissing geldt voor alle series
en gaat onmiddellijk in. Na jaren trouwe dienst worden de
onderbouwde uiteenzettingen van de lezer verruild voor een
pagina met ordinaire reclamepraat voor andere titels die op
dat moment in de winkels liggen. Heel gek, maar mijn eerste
reactie was, 'dan moet ik daar eens een pittige brief over
schrijven.'
Als iemand is opgegroeid met het schrijven
van brieven naar Amerikaanse comics, ben ik het wel. Wat als
een grapje begon, groeide uit tot een hobby en op een gegeven
moment draaide ik mijn hand niet om voor ruim duizend verstuurde
brieven per jaar. Brieven die, soms tot mijn verbazing, veelvuldig
werden geplaatst. Gedurende de jaren negentig was geen enkele
serie veilig voor mijn retoriek. Grabbel op een stripbeurs
een willekeurige comic uit de bananendozen en de kans is groot
dat mijn naam op de brievenpagina prijkt.
Zeker in het begin vond ik het best
dat mijn adres werd afgedrukt. Sterker, een wereld ging voor
me open. Van de ene op de andere dag kreeg ik post van mensen
waar ik nooit van had gehoord, uit landen die ik enkel kende
uit de atlas in mijn boekenkast. Het handjevol dat ik heb
teruggeschreven, heeft me vermakelijke correspondentie over
de meest uiteenlopende onderwerpen opgeleverd en leidde zelfs
tot het lidmaatschap van een paar kleinschalige tijdschriften
waarin ik me kon uitleven op columns en recensies.
Tussen al dat leuks zat ook troep.
Voor elke boeiende brief kreeg ik er vier waarin zo bruut
met onzin werd gestrooid, dat het dossier over de interne
strubbelingen bij de LPF er niets bij is. Van een naar eigen
zeggen bloedgeile vrouw uit de gevangenis in Arizona (die
mijn seksuele fantasieën wilde horen) tot een oude viespeuk
van veertig jaar (die wilde weten hoe de meisjes er in Nederland
uitzien), ik heb alles bewaard. De keurig getypte brief van
Diego uit Mexico is toch wel het pronkstuk van mijn collectie.
In drie alinea's scheldt hij me creatief uit omdat mijn brieven
te lovend zijn, noemt hij me amicaal 'Oly' en verontschuldigt
hij zich op voorhand voor zijn slechte Engels. Als ik het
een keertje moeilijk heb, lees ik zijn tirade en ik kan er
weer helemaal tegen.
Nu, zo'n tien jaar na de publicatie
van mijn eerste brief, wordt een tijdperk afgesloten. De twee
grootste uitgeverijen hebben geen behoefte meer aan een brievenpagina,
want via die messageboards op internet kan veel sneller en
interactiever de dialoog worden aangegaan. Dat laatste klopt,
maar ten eerste heeft niet iedereen aansluiting op de elektronische
snelweg en ten tweede vraag ik me af of niet appelen met peren
worden vergeleken. Als ik denk aan een brievenpagina, denk
ik aan een huiskamer met pastelkleurige koffiemokken, een
salontafel en een sfeervol muziekje. Bij een messageboard
heb ik het beeld van een gekkenhuis waar patiënten door
elkaar schreeuwen, de zusters in de billen knijpen en begeleid
door snoeiharde progressieve rock eens per week met elkaar
op de vuist gaan.
Het grote verschil is namelijk, dat
aan de publicatie van een brievenpagina een selectie voorafgaat.
Op één of twee pagina's is ruimte voor een beperkt
aantal epistels en dus moet het koren van het kaf worden gescheiden.
Het resultaat is een pagina vol brieven van lezers die hun
mening helder onder woorden kunnen brengen, een scherp betoog
kunnen schrijven en discussies uitlokken. Op internet is die
voorselectie weggevallen. Omdat elke randdebiel met de intelligentie
van een leeggelopen fles slaolie middels een muisklik zijn
hart kan luchten, moet je op een messageboard eerst door zesenveertig
berichtjes puinzooi baggeren voor iemand iets zinnigs zegt.
Had de brievenpagina van weleer iets
elitairs? Ja, dat staat buiten discussie. Maar het legde de
lat hoog. Het dwong lezers tot het maken van een goede brief.
Op internet geldt de wet van de laagste gemene deler, kortom,
het niveau van Diego uit Mexico. Ik vrees dat ik zijn vergeelde
brief de komende tijd vaak tevoorschijn moet halen.