Het volgen van columns is niet gemakkelijk.
Zeker wanneer de columnist over zichzelf gaat schrijven, zijn
losse eindjes onvermijdelijk. Dat is vervelend. Voor chronisch
nieuwsgierige lezers is het op termijn zelfs fnuikend. Het
zou zomaar kunnen, dat op dit moment ergens in een kantine
een groep mensen bij elkaar komt. Dat ze onder het genot van
een lauwe koffie speculeren over hoe het is afgelopen met
die ene vete van Youp van 't Hek of dat ene woeste slippertje
van Heleen van Royen. Losse-eindjesverwerking voor columnlezers.
Hoewel het me uiterst fascinerend
lijkt wanneer ook voor mijn columns een praatgroep wordt opgericht,
wil ik dat het liefst voorkomen. Natuurlijk zal mijn ego gestreeld
zijn. Ik denk dat de aanblik van een groep volwassen mensen
in een kringgesprek over de diepere betekenis van mijn zielenroerselen
me toch wel week in de knieën zal maken. Aan de andere
kant, op die manier komen de vreemdste geruchten de wereld
in en voor je het weet, lees ik in de Story of de Privé
dat ik kapot ga aan de heroïne (ik heb nooit een verdovend
middel aangeraakt), me diep in de schulden heb gestoken (ik
geef nooit meer uit dan ik verdien) en een affaire heb met
Sylvie Meis (aan Heleen heb ik mijn handen meer dan vol).
Vandaar dat ik voor deze ene keer
een uitzondering maak. Vandaar dat ik jou, als lezer van deze
columns, bij de hand pak en je vertel hoe het is afgelopen
met de actuele columns van de afgelopen jaren.
Treinstation Naarden-Bussum
is aan de noordkant nog steeds niet voorzien van een voetgangerstunnel.
Sterker, de spoorbomen staan tegenwoordig veel langer naar
beneden dan twee jaar geleden. Het is een tijd wat beter gegaan,
maar sinds juli is de grootste kostenpost van de Nederlandse
economie meer dan ooit een bron van frustratie. Als je uit
de trein stapt en de spoorbomen gaan net dicht, kun je beter
een boek pakken, want dan sta je daar nog wel even.
Mijn onbegrip over piercings
en tatoeages zorgde voor een binnenbrandje bij
een vriendin. Gelukkig hebben we dat snel uitgepraat. Het
is niet zo dat ik overstag ben en me wekelijks bij de piercingkoning
laat tatoetakelen, maar ik ben intussen wel zover dat ik een
intiem lonkende tattoo best prikkelend vind. Wat helpt, is
dat het in mijn vriendenkring alleen dames zijn die hun lichaam
op deze wijze verfraaien. Bij mannen lijkt het me allemaal
niet zo, namelijk.
Het burenleed
is helaas eerder toegenomen dan afgenomen. Bij de buren rechts
heeft het jongere broertje van het rebelpubermeisje onlangs
ook de foute gabberhouse ontdekt, wat ieder weekend luid en
duidelijk hoorbaar is omdat hun pa de helft van de tijd bij
zijn nieuwe scharrel buiten de provincie doorbrengt, terwijl
de nieuwbakken baby bij de buren links elke dag weer in zijn
eentje mijn nachtrust aan scherven huilt. Morgen koop ik oordopjes.
De overbuurvrouw
Hanneke heeft haar kenmerkend paarse Renault
Twingo ingeruild voor een bedrijfsauto van haar broer. Daarbij
heeft ze inmiddels een vriendje aan de haak geslagen. Of misschien
heeft ze hem betoverd met een liefdesspreuk. Niet dat ze dat
nodig zou hebben, trouwens. Feit blijft wel, dat ze vaker
bij hem is dan dat ze thuis zit en dat wij elkaar daardoor
helaas veel minder spreken dan een halfjaar geleden.
Het kefferige
enkelbijtertje heb ik niet meer gezien. De bijbehorende
dame evenmin. Ik ben daar niet rouwig om. In tegendeel, ik
hoop van harte voor haar dat ze het roer drastisch heeft omgegooid,
is verhuisd naar de stad en daar is gevallen voor een Spaanse
schone, die met haar tot diep in de nacht de lambada danst.
Hopelijk vergeet ze na een avond doorzakken niet dat ze haar
kleine hondje nog ergens aan een paal heeft geparkeerd.
Mijn bioscoopvriendin
heeft de column waarin ik haar toesprak waarschijnlijk niet
gelezen. We gaan nog altijd met elkaar naar de film, we weten
van elkaar ongeveer waar de schoen wringt, maar we kunnen
het nu opzij zetten zonder dat het ons doen en laten beheerst.
Na een onvoorstelbaar lief sms'je op mijn verjaardag weet
ik in ieder geval zeker dat het een oprechte vriendschap is,
die ik heel goed moet koesteren.
Het kaalgeschoren
meisje heb ik onlangs inderdaad opnieuw ontmoet.
Het klikt tussen ons. Geen idee waarom, want twee mensen kunnen
niet méér van elkaar verschillen dan wij, maar
het werkt gewoon. Op zo'n moment ben ik zelf ook dankbaar
voor mijn columns, omdat ik later die eerste ontmoetingen,
prille vonkjes en voorzichtige toenaderingen op mijn gemak
kan teruglezen.
Je ziet, de columnist is zijn eigen
therapeut. Daar kan geen praatgroep voor losse-eindjesverwerking
tegenop. En dus ga ik ook in 2005 gewoon door met het schrijven
over wat me bezighoudt, wie me bezighoudt en waarom. Je bent
dus gewaarschuwd.