Als bewoner van een huurhuis werd
ik geconfronteerd met wat het ultieme schaarse middel is in
Second Life: de zogenoemde prim. Alle objecten in deze virtuele
wereld zijn gemaakt door gebruikers zelf en ieder object is
opgebouwd uit één of meerdere aan elkaar gekoppelde,
kleine onderdelen. Die allerkleinste bouwsteen, dat is de
'primitive', ofwel prim.
Een voetbal of een kubus, dat is één
enkele prim, een bank loopt snel tegen de dertig prims en
een woning, met deuren, een dak en een balkon, kan alles zijn
van zestig tot ruim achthonderd prims. En dat, die prim, is
dé beperkende factor in Second Life. Elk eiland, elke
'sim', een oppervlakte van zo ongeveer zeventigduizend vierkante
meter, heeft namelijk ruimte voor vijftienduizend prims. Dan
zit de sim vol. Voor een eiland vol huurhuizen moeten dus
redelijk strenge regels gelden, niet iedere passant mag zomaar
de volledige inventaris dumpen en deze regels worden strikt
gehandhaafd. Uiteraard wist ik daar als kersverse huurder
totaal niets van.
Zo kon het gebeuren, dat ik amper
een dag nadat ik was ingetrokken, mijn halfgemeubileerde woning
had opgesierd met wat achteraf een totaal bleek van vierhonderd
prims. Dat was meer dan dertien maal de toegewezen limiet
voor de sim waar ik me had gevestigd. Gelukkig had ik een
erg begripvolle en vooral geduldige huisbaas. Hij zag het
niet alleen door de vingers, hij legde me ook nog eens uit
wat prims zijn, hoe ik kan zien uit hoeveel prims een object
bestaat en hoe ik kon achterhalen hoeveel prims ik momenteel
in de skybox had staan. Een aardige vent, dus. Al kan het
ook, dat hij gewoon onder de indruk was van mijn verschijning.
Ik was immers nog altijd een lekker ding.
Twee weken later was ik het troosteloze
uitzicht van mijn skybox helemaal zat. Ik wilde niet alleen
lucht en wolken zien als ik uit mijn ramen keek. En bovenal,
ik wilde niet per ongeluk vijfhonderd meter naar beneden donderen
als ik een keer iets te snel de voordeur uit liep. Een strandhuis,
dat leek me wel wat. Vijftienhonderd dollar per week, dat
was niet gering, maar dat geld had ik binnen vijftien minuten
cyberpixelseks al terugverdiend, dus ik kon het me veroorloven.
Een strandhuis met twee verdiepingen plus groot dakterras,
vaste grond onder mijn voeten en een prachtig uitzicht, het
voelde bijna als de voltooiing van mijn missie, mijn rit van
nieuweling naar veteraan.
Hoewel, veteraan? Af en toe kon ik
me nog als een groentje gedragen. Bij het inrichten van de
slaapkamer haalde ik een bed uit mijn inventaris. Niet zomaar
eentje, nee, een splinternieuwe editie van het beruchte SexGen
bed, eentje waar dankzij een menusysteem meer dan tweehonderd
verschillende poses in zaten. De prijs? Slechts achttienduizend
dollar. Ik had net geleerd dat ik een object via de xyz-coördinaten
veel nauwkeuriger neer kon zetten dan via het zo onhandige
slepen, toen ik ergens een nulletje teveel intikte en mijn
bed in één keer een paar duizend meter de lucht
in knalde. En het dus ook in één keer kwijt
was. Dag, achttienduizend dollar.
Snel weer wat geld verdienen, dacht
ik. Tot via de groepchat van Moonshine Mansion het bericht
kwam, dat het hoofdkwartier van superpooier Big Daddy zou
verdwijnen. Een collega legde uit, dat het landhuis was gelegen
in een sim met een convenant waarin prostitutie en alle afgeleide
bezigheden strikt verboden waren. Ik was dus niet alleen een
lekker ding, ik was een lekker ding dat iets illegaals deed.
Nog veel belangrijker, ik was nu een lekker ding zonder werk.
Met vijftienhonderd dollar vaste lasten per week. Het leek
verdorie wel het echte leven!
Chagrijnig vloog ik over een stad.
Dit was begonnen als een leuk spelletje, een grappige hobby.
Het moest me natuurlijk geen geld gaan kosten, maar daar zag
het nu wel naar uit. Want wat was het alternatief? Wie niet
bij een groep hoorde, wie freelance op zoek ging naar klanten,
ving immers vaak bot. De groep was bijna een soort keurmerk.
Nu zat ik zonder. Ik vloog langs een aantal mensen op een
grasveld toen ik een privébericht kreeg. Het bleek
van één van de mensen op de grond. "You
look great," las ik in het chatvenster. "You interested
in working for the nightclub we're setting up here?"
Ik wist niet hóe snel ik ja moest zeggen. Rondvliegen
in je ondergoed heeft zo zijn voordelen.