Voor februari zet Dark Horse hoog
in met de vijfdelige mini Manga Darkchylde, een grappige blik
op Randy Queens bad girl van halverwege de jaren negentig.
Wel spijtig dat de tekenstijl meteen tot een versimpeld niveau
is gereduceerd. Schrijver Ron Marz blijft intussen komen met
wat lijkt op overblijfsels uit zijn tijd bij CrossGen: eerst
Samurai en nu Dragon Prince. Verder zoals gebruikelijk veel
Conan, veel Sin City en veel Star Wars.
Voor DC is dit een maand waarin hun
populaire schrijvers eens lekker in het zonnetje worden gezet.
Zo neemt Ed Brubaker samen met de tekenaar Doug Mahnke de
special Batman: The Man Who Laughs voor zijn rekening en is
zijn naam daarnaast verbonden aan een aantal opnieuw uitgebrachte
paperbacks, terwijl Grant Morrison het startschot geeft voor
de miniseries Vimanarama en Seven Soldiers. Ook de moeite
waard, is Solo #3, een nummer dat volledig is getekend en
geschreven door Paul Pope. De WildStorm miniserie Legend,
door Howard Chaykin, laat ik liggen, net als Justin Gray en
Jimmy Palmiotti's project Twilight Experiment, maar de paperbackeditie
van Steven T. Seagle's It's A Bird komt op mijn lijstje. Alle
manga en oude Britse rommel doet me trouwens verdacht weinig.
Image doet tegenwoordig niet onder
voor Marvel wanneer het aankomt op het uitbrengen van nieuwe
series, specials en miniseries. Deze maand staan liefst tien
nummers één op het programma. Veel van dat materiaal
is specialistisch en dus kansloos, al maakt The Atheist redelijk
nieuwsgierig met Phil Hester en John McCrea als makers. The
Expatriate kan best leuk zijn vanwege schrijver B. Clay Moore,
maar ik pas voor de She-Dragon one-shot en het belachelijke
Hunter-Killer van Marc Silvestri. Hoeveel maanden zal dit
het uithouden? Zes?
Bij Marvel maakt de Black Panther
wederom een comeback in een nieuwe serie door Reginald Hudlin
en John Romita Jr. Je zou zomaar vergeten, dat de vorige serie
nog niet zo lang geleden is stopgezet. Andere nieuwe reeksen
als Young Avengers en Livewires voelen aan als eenvoudige
gimmicks, maar de herstart van Runaways kan enkel worden toegejuicht.
De pieken en dalen gaan ditmaal door, want waar de mini Daredevil:
Redemption irrelevant lijkt, is het hoog tijd dat Frank Cho's
project Shanna begint. En kijk, nog een variant van de cover
van Wolverine #20; is de grens der absurditeit nu eindelijk
bereikt? Vast niet, want hoe verklaar je anders een nieuwe
Shatterstar miniserie en de verhaallijn van Spectacular Spider-Man
waarin Peter Parker zoent met de dochter van zijn eerste liefde?
De independents bieden opnieuw een
prettige diversiteit aan nieuw materiaal, waaronder de Alternative
Comics one-shot Strange Day, de excentrieke Slave Labor special
Bag of Anteaters en eindelijk de herstart van Brian Pulido's
Lady Death bij Avatar Press. Altijd leuk voor de fans is de
door Graphix uitgegeven kleureneditie van Bone: Out of Boneville.
IDW gaat stevig verder in de niche van horror- en televisiecomics,
Top Shelf biedt deel twee van Andy Runtons tekstloze comic
Owly en Oni Press pakt al helemaal uit met het tweede deel
van Love as a Foreign Language, het tweede deel van Bryan
Lee O'Malley's Scott Pilgrim en de première van Little
Star, een nieuwe comic van schrijver en tekenaar Andi Watson.
Keuzes, keuzes, keuzes.
comics
:: in
liberty
meadows (image) Sommige comics verschijnen
zo onregelmatig, dat je soms tot je verrassing ontdekt, dat
ze nog op je lijstje vaste series staan. Weer andere titels
stuiten na een lange periode van betrouwbaar verschijnen plotseling
op zulke vertragingen, dat je soms tot je verrassing ontdekt,
dat je ze al maanden niet meer hebt gekocht. Het door Image
uitgegeven Liberty Meadows is een serie uit die laatste categorie.
Toen schrijver en tekenaar Frank Cho
zijn krantenstrip voor de eerste keer in comicvorm bundelde,
bij de independent Insight Studios, had hij een relatief grote
marge opgebouwd. Hierdoor kon hij lange tijd een enigszins
regelmatig uitgeefschema hanteren. Gesteund door zijn verhuizing
naar Image hakte hij de knoop door en stopte hij, vol ambitieuze
plannen, met het maken van de krantenstrips. Dat ging prima,
tot Liberty Meadows #36 het eerste nummer werd met uitsluitend
nieuw materiaal. Dat nummer verscheen begin mei van dit jaar.
Ruim een halfjaar later is Liberty
Meadows #36 nog altijd het laatste nieuwe deel van de reeks.
Natuurlijk is het waar, dat Cho zijn deadlines heeft moeten
verschuiven als gevolg van allerlei omstandigheden die buiten
zijn eigen macht liggen (de telkens uitgestelde en flink herziene
Shanna miniserie voor Marvel, bijvoorbeeld), maar het blijft
erg pijnlijk dat zijn eigen geesteskind juist op dit cruciale
moment zo abrupt van het toneel is verdwenen. De nieuwe nummers
zullen ongetwijfeld een keer komen, de vraag is alleen wanneer
dat zal zijn.
Ondanks deze vertragingen blijft Liberty
Meadows op mijn lijst. Sterker, de verrassing dat al maanden
geen nieuw materiaal in de winkels is verschenen, is reden
genoeg voor een gezellige herleessessie. Verwarming aan en
opgaan in de studentikoze onderbroekenhumor van Cho en de
pratende beesten van zijn kolderieke dierenopvangcentrum.
Laat de kerst maar komen.
comics
:: out
supreme
power (marvel) Schrijver J. Michael Straczynski
bevindt zich in een bijzondere positie. In zijn geval is namelijk
contractueel vastgelegd, dat zijn werk als freelancer voor
Marvel (en voorheen Image studio Top Cow) door geen enkele
redacteur mag worden veranderd. Nog geen letter. Dat heeft
zo zijn voordelen, maar het heeft ook één nadeel,
namelijk dat het leren van je eigen fouten op die manier bijna
onmogelijk is.
Als gevolg van die speciale clausule
hanteert Straczynski al sinds zijn werk voor Rising Stars
een schrijfstijl die niet altijd even ideaal is voor comics
als medium. Geregeld stopt hij meer dan vijf zinnen in één
balloon, waardoor een gemiddelde pagina snel verandert in
een vrij intimiderende verzameling tekst. Bovendien laat hij
zijn personages vaak dezelfde informatie twee tot drie keer
zeggen, maar dan telkens op een andere manier, zodat het verteltempo,
zelfs in een wereld waar 'decompressed storytelling' de norm
is geworden, soms tergend laag is.
Zijn Supreme Power is geen uitzondering.
Een redacteur hoeft hem maar één keer op een
paar technische puntjes te wijzen en de serie zou staan als
een huis, niet in de laatste plaats vanwege het sfeervol en
realistische tekenwerk van Gary Frank, maar omdat Straczynski
volhardt in zijn eigen stijl, schiet de herontdekking van
de klasssieke Squadron Supreme al een jaar niet op. Goed schrijven
is weten waar je een scène moet beginnen en waar je
die weer laat eindigen. Wat wel werkt op televisie, het wereldje
waar Straczynski zijn roots heeft, werkt niet altijd in een
comic.
En zo wordt elk nieuw nummer van Supreme
Power langzaamaan een kwelling. Aan de ene kant is het basisgegeven
interessant en spreken de personages tot de verbeelding, maar
aan de andere kant wordt in één nummer zo veel
gepraat zonder dat iets gebeurt, dat het geduld van de lezer
zwaar op de proef wordt gesteld.