Vanmiddag deed ik mijn valentijnskaart
voor je op de bus. Op het moment dat ik de envelop uit mijn
jas nam, ging het regenen en een druppel belandde op de plek
waar ik je adres had geschreven. Hopelijk loopt de inkt niet
te veel uit, anders leest volgende week een oud vrouwtje uit
New Jersey mijn lieve woordjes. Krijg je 'em wel, dan weet
je alvast dat het een regendruppel was en niet bijvoorbeeld
een traan. Hoewel dat laatste romantisch zou zijn. Als de
overzeese post meewerkt, ploft de roze envelop precies maandag
bij je op de deurmat.
Waarom ik over die traan begin, tja,
dat weet ik eerlijk gezegd ook niet. We hadden immers altijd
veel lol samen, die maanden nadat je was weggestemd uit het
derde seizoen Bad Writer. Vrienden zeiden me dat ik misbruik
maakte van mijn positie, als bedenker en uitvoerend producent
van die interactieve reality soap, maar jij hoorde mijn flirts
gewillig aan. Met die immer verleidelijke glimlach zwijmelde
je ondeugend naar me en toen je bij me aanklopte omdat je
na je ongeluk met die raketwerper in vier staten werd gezocht
voor daden van terreur, bood ik je een schuilplaats aan. Het
waren mooie tijden, waar ik met weemoed aan terugdenk.
Een traan van verlangen is het overigens
ook niet. Sinds jouw vertrek terug naar Amerika, vlak nadat
de FBI je van de lijst Most Wanted had geschrapt, heeft mijn
vriendenkring zich op een bevredigende wijze uitgebreid en
kan ik altijd terugvallen op drie van de fijnste vriendinnen
die een mens zich ooit kan wensen (om maar te zwijgen over
de horden groupies die bij mij op de stoep bivakkeren en pas
weggaan wanneer ze een nacht lang de wildste seks met mij
hebben bedreven). Ik mis je dus niet, hoe hard dat misschien
ook klinkt. Nu ik er langer over nadenk, had onze relatie
bovendien toch meer weg van een verstandshuwelijk. Zo eentje
waarbij het meer om de knikkers ging dan om het spel en meer
om het spel dan om met wie we knikkerden.
Maar waarom dan die traan? Als het
geen traan is van geluk of van haat, als het geen traan is
van verlangen of van verliefdheid, waarom krijg ik sinds mijn
wandeling naar de brievenbus die traan dan niet meer uit mijn
gedachten? Je doet me helemaal niets en zelfs dat laat me
koud. Jij schrijft je comics weer net zo vrolijk als vroeger,
ik lever mijn vertalingen met net zo'n brede lach in als voorheen.
Wij hebben elkaar echt niet nodig. Het leven gaat gewoon door,
Valentijnsdag is een dag als alle andere. Nu ik dit tik, vraag
ik me eigenlijk ook af waarom ik die kaart heb gestuurd. De
helft van wat ik je heb geschreven, meende ik niet eens.
Weet je wat? Als jij maandag die kaart
krijgt, pleur je 'em in de prullenbak of prop je 'em door
de versnipperaar. En als de postbode het adres inderdaad niet
heeft kunnen ontcijferen en het oude vrouwtje in New Jersey
mijn roze envelop krijgt, dan heeft ze dat verdiend, ook!
In ieder geval meer dan jij.