Vandaag nemen we afscheid van Chris.
In het condoleanceregister las ik wat kreten als 'oude rot'
en 'man van de oude stempel' en hoewel de hokjesgeest blijkbaar
niet meer van deze tijd is, zijn het wel degelijk terechte
termen voor een schrijver die al sinds de jaren zeventig werkzaam
was in het wereldje van de comics. Voor uw beeld: toen Chris
zijn eerste professionele werk afleverde, was ik nog niet
geboren. Na zo'n lange carrière is het bijna niet erg
dat hij nu dood is. Vergelijkt u het met de oude opa die een
mooi leven heeft gehad.
Vanaf begin jaren negentig heb ik
Chris een paar keer mogen ontmoeten en toen al paste het imago
van een oude opa bij hem. Chris nam voor iedereen de tijd,
was beleefd en welbespraakt en hij was bovenal dankbaar. Want
hij wist zelf al te goed, dat hij zonder de fans nergens zou
zijn geweest. Als zijn Uncanny X-Men in het begin niet zou
zijn aangeslagen, als de lezers die serie links hadden laten
liggen omdat het nieuwe team internationale mutanten hen niet
interesseerde, zou Chris de rest van zijn leven op straat
hebben geleefd, een beker met muntgeld in de hand. De smoezelige
baard en het verwilderde uiterlijk had hij toch al. Dat had
gescheeld.
De eerste keer dat ik Chris sprak,
uiteraard in het zonovergoten San Diego, daar waar eens per
jaar de hele comicwereld samenkomt, was een prachtig voorbeeld
van wat voor een man hij was. Hij had net voor mij een exemplaar
van de roman Shadow Moon gesigneerd en ik was zo diep onder
de indruk dat ik hier zomaar ineens oog in oog stond met deze
grootheid, dat ik mezelf nog niet had voorgesteld. Op een
Amerikaanse stripbeurs draagt iedereen echter verplicht een
badge met zijn of haar naam, dus Chris had mij allang herkend
als die vreemde Hollander die duizenden ingezonden brieven
per jaar schreef naar Marvel, Image en DC Comics. Hij gaf
mij het gesigneerde boek terug, ik dankte hem en wilde weglopen.
"Wait a second," zei Chris, die me bij de arm pakte.
"We can talk a little more."
Chris was oprecht geïnteresseerd
in zijn lezers. En dus ook in mij. Op dat moment werkte hij
aan Sovereign Seven, een titel waar ik al veelvuldig over
had geschreven, vandaar dat we uiteindelijk een kwartier babbelden
over wat hij met die serie kon bereiken. De mensen achter
mij in de rij werden niet eens ongeduldig, dat waren diehards
die wisten hoe Chris in elkaar zat, trouwe fans die graag
wilden wachten, omdat iedereen ook echt aan de beurt zou komen.
Voor mij, iemand die tijdens de Nederlandse stripbeurzen gewend
was aan het betere duwen en trekken voor de stand van een
bekende tekenaar, was dat een revelatie. Ik kon niet geloven,
dat zulke makers én fans bestonden.
Vandaag nemen we dus afscheid van
Chris, de man die als schrijver aan het einde van zijn carrière
geen potten meer kon breken, maar die als mens altijd dat
aureool van oprechte warmte om zich heeft gehad. Wij gaan
hem missen. Zonder hem zal geen stripbeurs hetzelfde zijn.
Dat wordt weer gewoon duwen en trekken.