Dat nobele samoerai en hun filosofie
tot de verbeelding spreken van westerse filmmakers, is de
afgelopen tijd nogmaals onderstreept. Natuurlijk wordt deze
oosterse filosofie in dergelijke gevallen steevast bekeken
door een westerse bril, met alle vervormingen van dien. In
Zatoichi is daarvan geen sprake, want deze productie is afkomstig
van Japanse regisseur en tevens hoofdrolspeler Takeshi Kitano,
die de accenten net even anders legt.
Op het eerste gezicht is de blinde,
platinablonde Zatoichi (Kitano) maar een zachtaardige man.
Hij trekt door het Japan van de negentiende eeuw, waar hij
zijn diensten aanbiedt als masseur en zijn geld inzet bij
dobbelspelen. De schijn bedriegt: eenmaal geprovoceerd, ontpopt
hij zich als onverslaanbare zwaardvechter met het hart op
de juiste plek. Zijn komst in een corrupt en door afpersing
geteisterd dorp zorgt derhalve bijna als vanzelfsprekend voor
onrust. Hij komt oog in oog met de levensgevaarlijke samoerai
Hattori (Asano Tadanobu), helpt de op wraak beluste geisha's
Okinu (Yuko Daike) en Osei (Daigoro Tachibana) bij het vinden
van de personen die hun ouders hebben vermoord en moet afrekenen
met de bende van Ginzo (Ittoku Kishibe).
Het eenvoudige verhaal wordt structureel
interessant gehouden door middel van onopvallend gemonteerde
flashbacks. Al leidt dit soms tot verwarring, het geeft het
geheel een anekdotisch ritme waarmee ruimte ontstaat voor
humor, zijweggetjes en de uitdieping van de bijpersonages.
De bloederige actie, hoe overvloedig die ook aanwezig mag
zijn, is nu eenmaal niet Kitano's doel. Hij wil vermaken.
Elk zwaardgevecht lijkt op een dans met perfecte choreografie
en zelfs de boeren bewerken hun land op het ritme van de muziek.
Op deze manier kent elke scène een virtuoos enthousiasme
dat het gebrek aan echte inhoud compenseert.
Gezien het succes op recente filmfestivals
is Kitano in zijn opzet geslaagd, want vermaken doet deze
rolprent zeker. Zatoichi is in veel opzichten bijna een musical,
compleet met een massale dans als slotakkoord, waardoor de
kijker na afloop met een goed gevoel de zaal verlaat. Vreemd,
na bijna twee uur vol geweld, maar in tegenstelling tot veel
westerse producties wordt dat geweld nergens verheerlijkt
of in het absurde getrokken. Zo kan het dus ook.