Schrijver en tekenaar Katsuhiro Otomo
is vooral bekend geworden door zijn epische vertelling Akira.
Daarvóór maakte hij echter al furore met Domu,
een tot de verbeelding sprekend avontuur dat in 1983 als eerste
comic in Japan werd beloond met de Science Fiction Grand Prix
Award. Daarom is het niet zo vreemd dat Dark Horse Comics,
sinds jaar en dag voorvechter van de manga comic, halverwege
de jaren negentig is overgegaan tot het uitbrengen van een
vertaalde editie, uitgegeven in de vorm van een driedelige
miniserie met als ondertitel 'A Child's Dream.' Opvallend
genoeg heeft het nu ruim twintig jaar oude werk niets aan
kwaliteit ingeboet. Zowel verhaal als tekenwerk heeft de tand
des tijds doorstaan. Sterker, bepaalde vertelelementen zijn
zelfs naar hedendaagse maatstaven uiterst modern.
Domu speelt zich af in en rondom een
flatcomplex. Tegen de achtergrond van de betonnen kolossen
ontvouwt zich langzaam een verhaal dat neerkomt op een confrontatie
tussen goed en kwaad. Hierbij worden traditionele patronen
doorbroken en schuilt een maatschappijkritisch commentaar:
de wijze oude man die in de Japanse cultuur zoveel aanzien
heeft, is hier een seniele dwaas die met zijn telekinetische
gaven het flatcomplex in zijn greep heeft. Op het eerste gezicht
lijkt Chojiro Uchida ('oude Cho') een ongevaarlijke bewoner
die op een bankje niet meer doet dan stil staren naar de spelende
kinderen, maar intussen is hij wel verantwoordelijk voor meer
dan twee dozijn onverklaarbare (zelf)moorden. De situatie
verandert zodra het jonge meisje Etsuko met haar vader en
moeder intrekt. Ook zij beschikt over telekinetische en in
mindere mate telepathische gaven en werkt de oude man daar
waar mogelijk tegen. Omdat zijn kinderlijke brein haar als
concurrent ziet, wil Cho haar uit de weg ruimen. Wie heeft
de sterkste wil? Het antwoord kan pas worden gegeven als de
rook is opgetrokken... letterlijk.
Otomo vraagt veel van zijn lezers.
Zijn haast cinematografische vertelstijl is doorspekt met
niet-lineaire trucs, waarbij flashbacks, geestverschijningen
en gespreksflarden van buitenaf de aandacht afleiden. Tevens
wordt op cruciale momenten geknipt, zodat vrij veel aan de
verbeelding wordt overgelaten. Dit alles draagt bij aan een
onheilspellende sfeer die nodig is voor het neerzetten van
Cho als sadist die de glimmende bezittingen van anderen begeert
en een wreed genoegen schept in andermans lijden. Het contrast
met de onschuldig ogende Etsuko kan niet groter. Een noodzakelijk
contrast, want op die manier wint het conflict tussen de twee
aan impact. De actiescènes, vergezeld van bruut geweld,
zijn al ronduit duizelingwekkend, maar het idee dat een klein
meisje en een oude man samen verantwoordelijk zijn voor springende
ramen, verwrongen metaal en gescheurd beton geeft net dat
beetje extra. In de periferie zijn rollen weggelegd voor politieagenten
die onderzoek doen naar het stijgende dodental rondom het
Tsutsumi complex. In feite bijrollen, maar toch onmisbaar
voor het perspectief van een buitenstaander en het in het
licht van zo veel bewijs voor bovennatuurlijke fenomenen alsnog
aanreiken van een 'gangbare' verklaring.
Net als het verhaal is het tekenwerk
nauwelijks gedateerd. Afgezien van de ouderwetse kleding die
de personages dragen, zouden de gebeurtenissen zich zonder
problemen in het heden of nabije toekomst kunnen afspelen.
De reden daarvoor is Otomo's gedetailleerde, haast architectonisch
stijl, die verrassend ver verwijderd blijft van de grote ogen,
schattige meisjes en gemakzuchtige snelheidslijnen die doorgaans
als kenmerken van de 'echte' manga worden gezien. Realistische
personages in een realistische wereld, dat is de aanpak. Het
is een wereld voorzien van kille grijstinten en diepe schaduwen,
perfect toegesneden op het onpersoonlijke van een leven in
een flatcomplex. Tegen de tijd dat het conflict escaleert,
worden alle registers opengetrokken. Van indrukwekkende spreads
die het slagveld in kaart brengen tot close-ups van gezichten
die boekdelen spreken, alles is bijzonder effectief voor een
stijl die in de kern toch redelijk eenvoudig is. Bepaalde
scènes zou je vrijwel zonder aanpassing kunnen verfilmen:
een onderstreping van Otomo's kwaliteiten als verteller.
Vijftien jaar voor The Matrix en Crouching
Tiger, Hidden Dragon vlogen in Domu de hoofdpersonages al
over de daken. Dit soort vernieuwende ideeën en door
elkaar lopende genres, laverend tussen horror en actie, maken
van deze miniserie zeker voor de westerse wereld een aangename
verrassing. Het gebeurt niet vaak dat een comic zo verontrustend
is, dat de beelden blijven hangen tot na het omslaan van die
laatste pagina. Of het nu de flatbewoner is die voor het oog
van Etsuko zijn keel doorsnijdt, of de oude Cho die door diezelfde
Etsuko door een betonnen muur heen wordt gedrukt, Otomo snapt
dat het laten schrikken van de lezer méér is
dan een goedgeplaatste 'boe!' Daar de plot voornamelijk bestaat
uit een (zeker niet overbodig) opgerekte confrontatie tussen
de twee hoofdrolspelers, laat de diepgang te wensen over,
maar dat doet weinig af aan de kracht van de comic.
domu:
a child's dream #1-3
- dark horse comics (black & white, 80 pagina's) door:
katsuhiro otomo uitgegeven: maart 1995 -
mei 1995