De vijfdelige Oni Press miniserie
Three Days in Europe door Antony Johnston en Mike Hawthorne
kan niet anders worden omschreven dan als een vlotte, romantische
komedie. Op het witte doek is dat al jaren een volwaardig
genre. De combinatie van in hoog tempo vertelde, grappige
gebeurtenissen en een zichtbare chemie tussen de hoofdrolspelers
levert gegarandeerd goedgevulde bioscoopkassa's op. Dat het
genre desondanks weinig in een comic opduikt, is niet verwonderlijk:
omdat iedereen in zijn of haar eigen tempo leest, hebben de
makers minder controle over de timing en bovendien is chemie
nu eenmaal voorbehouden aan bewegende beelden.
Dat laatste hebben Johnston en Hawthorne
begrepen. Hun hoofdpersonages staan in dienst van de plot
en zijn daartoe teruggebracht tot hun karikaturale essentie.
Met twee archetypen als het creatieve kortschrift voor acteurs
van vlees en bloed kan het verliefde stel immers gemakkelijk
tegen elkaar worden uitgespeeld. Hij heet Jack Pentura, haar
naam is Jill Boscombe. Hij verkoopt advertentieruimte voor
een populair tijdschrift, zij werkt in een kunstgalerie in
New York. Zonder dat ze het van elkaar weten, regelen ze een
lang weekend ter gelegenheid van hun driejarig samenzijn.
Het probleem is alleen, dat Jack tickets heeft voor Parijs,
alwaar een exclusieve kunsttentoonstelling wordt gehouden,
terwijl Jill tickets heeft voor London, waar Jacks favoriete
band Q.E.D. optreedt. Omdat het anders zonde van de tickets
is, vliegen ze ieder voor zich naar Europa, maar door een
onoplettendheid belanden ze in het verkeerde vliegtuig: Jill
landt in London, Jack in Parijs.
Het laat zich raden dat de twee geheel
volgens de regels van de romantische komedie eerst in de problemen
belanden voor ze beseffen hoe goed ze het met elkaar hebben.
Daarbij valt Jack voor de Franse kunstdievegge Vivienne en
geniet Jill van de aandacht die ze krijgt als nieuwste verovering
van Jack Dollar, gitarist van Q.E.D. De twee verhaalstrengen,
die natuurlijk met elkaar in verband staan, komen samen tijdens
een rockconcert in Parijs. Tegen die tijd blijkt dat Johnston
zich toch enigszins heeft vergaloppeerd. In zijn drang naar
het zoeken buiten de grenzen van het genre stuit hij op enkele
storende tegenstrijdigheden. Met name de accentverschuiving
na het tweede nummer, wanneer de relationele ontwikkelingen
eerst een karakterdrama beloven om vervolgens te ontaarden
in een hilarische screwballcomedy, is een stevige misser.
Toegegeven, het past binnen de opzet van de serie dat Jack
en Jill elkaar aan het eind in de armen sluiten, maar gezien
de diepgang waarmee hun relatieproblemen eerder zijn geschetst,
is het tevens ongeloofwaardig en onbevredigend.
Ongeacht de vele accentverschuivingen
in het hoofdverhaal is Hawthorne's cartooneske tekenstijl
van begin tot eind trefzeker. Hoewel in het afsluitende deel
opvallend weinig aandacht wordt besteed aan de achtergronden,
zijn de composities over het algemeen goed verzorgd. Zijn
consequent doorgevoerde, eenvoudige lay-out verzekert dat
de aandacht bijna niet wordt afgeleid van de strakke lijnen,
die met behulp van evenwichtig getimede grijstinten net zo
gemakkelijk een conversatie tussen slechts twee personen kunnen
neerzetten als een indrukwekkend decor kunnen vormgeven. Van
speels tot serieus, van heel intiem tot enorm overdreven,
de juiste toon wordt wel telkens gevonden. Ook visueel zijn
Jack en Jill zo karikaturaal ontworpen, dat zijn brede kin
(met kuiltje) en haar volle lippen automatisch de juiste associaties
oproepen. De covers van J. Bone sluiten overigens perfect
aan op de sfeer en thematiek van de serie. Ze dekken de lading,
als is de klassieke stijl net even anders.
Met gezonde ambitie is niets mis,
maar het is juist die ambitie die in Three Days in Europe
voor enkele valse noten zorgt. Hoe lovenswaardig het ook is
dat Johnston meer wil dan een doorsnee romantische komedie,
hij had moeten inzien dat de elementen die hij in het tweede
en derde nummer introduceert bijna onverenigbaar zijn met
het hoofdgenre. Binnen de beperkte ruimte van vijf delen werkt
emotionele diepgang immers niet met twee archetypen in de
hoofdrol. Gelukkig maakt de vertelstijl veel goed en bevat
het tekenwerk een veelzijdigheid die net zo charmant is als
het basisconcept van de miniserie. Van Johnston en Hawthorne
gaan we duidelijk nog meer horen. Hopelijk geldt hetzelfde
voor Jack en Jill, want ook Oni Press moet inzien, dat dit
om een sequel schreeuwt.
three
days in europe #1-5
- oni press (black & white, 32 pagina's) door:
antony johnston & mike hawthorne uitgegeven:
november 2002 - april 2003