"Damn you, I'm a crazy monkey."
Het is de bizarre uitspraak waarmee Ken Knudtsen bijna elke
verhaallijn opent van zijn My Monkey's Name Is Jennifer. Deze
inmiddels door Slave Labor uitgegeven comic gaat over de jonge
Kaitlin, die van haar ouders een aapje als speelkameraad krijgt.
Ter bescherming van de meubels zijn de nagels van het nieuwe
huisdier geknipt en ter bescherming van het weerloze speelgoed
is hij bovendien 'geholpen.' En tot overmaat van ramp kleedt
Kaitlin hem in allerlei bloemetjesjurken en noemt ze hem Jennifer.
Dat alles maakt zijn frustratie opeens duidelijk.
De eerste vijf delen bestaan uit twee
verhaallijnen, waarin op verschillende manieren een loopje
met de werkelijkheid wordt genomen. Zo wordt Kaitlin in het
eerste verhaal ontvoerd door de mannen van Doctor Tunick.
Jennifer, die weet dat hij thuis een pak rammel krijgt wanneer
hij zonder Kaitlin terugkeert, opent ongeduldig de jacht op
zijn bazinnetje en krijgt daarbij de hulp van een man met
een gezicht als een doodshoofd en een als ninja verklede travestiet
genaamd Klaus. Jennifers avonturen worden nog exotischer zodra
hij en Kaitlin in het bad een scène uit 'Lesbian Cruise
Ship' aan het naspelen zijn (een film die haar vader op televisie
heeft gezien) en opeens belanden op een schip vol ruwe piraten.
De avonturen op volle zee zijn even absurd als onschuldig,
want de rondvliegende kanonskogels raken zelden hun doel,
de piraten hebben de allerlekkerste snoepjes voor Kaitlin
aan boord en natuurlijk wordt haar leven uiteindelijk gered
door een dolfijn.
Verteltechnisch kennen vooral de eerste
twee hoofdstukken van de reeks aanzienlijke problemen. Zodra
Kaitlin is ontvoerd, springt het verhaal warrig van de hak
op de tak. De interne logica is niet altijd duidelijk en veel
van de wendingen lijken eerder ingegeven door een drang naar
absurdistische actie dan door het willen vertellen van een
coherent plot met een begin, midden en eind. Personages als
Klaus en Tunick worden opgevoerd als archetypen die als functionele
elementen verder niet van belang zijn. Pas in het verhaal
over de zeerovers lijkt het erop, dat Knudtsen zijn ritme
heeft gevonden en mengt hij Kaitlins jeugdige naïviteit
en tomeloze fantasie tot de achtergrond waartegen Jennifers
cynisme tot zijn recht komt. Want laat daar geen misverstand
over bestaan: Jennifer is de ster. Zijn in vele herkenbare
tekstkaders weergegeven gedachten zijn al net zo raak als
eenvoudig. Zijn stevige frustraties worden enkel overtroffen
door de gitzwarte humor, bijvoorbeeld wanneer de piraten ballast
moeten dumpen en dus de zieken maar overboord gooien.
Knudtsens tekenwerk komt zo op het
eerste gezicht niet verder dan een onontwarbare chaos. Zijn
stijl is een bont samenraapsel van krasserige lijnen, willekeurige
composities en lukraak geplaatste zwarte vlakken. In het eerste
nummer is hierdoor op sommige momenten zelfs niet duidelijk
wat nu precies wordt uitgebeeld. Toch treedt na verloop van
tijd wel gewenning op. Al zijn de bijpersonages verre van
stabiel en herkenbaar, Jennifer is het personage met het scherpst
gedefinieerde uiterlijk. Met een tot een permanente grimas
vertrokken gezicht is hij het anker van de comic, hoe gek
dat ook klinkt voor een aap. Zijn expressieve lichaamshouding
sluit aan op de zwartgalligheid van zijn karakter. In feite
is hij meer dan Kaitlin een klein kind, dat niets leuk vindt
en aan alles een hekel heeft. Dergelijke contrasten komen
juist vanwege de ruwe stijl goed over. Zo zou een serie als
deze in kleur nooit werken. Dat past simpelweg niet.
My Monkey's Name Is Jennifer laat
zich niet gemakkelijk categoriseren. Het heeft thematische
overeenkomsten met een krantenstrip als Calvin & Hobbes,
lijkt soms op een parodie, snijdt veelvuldig maatschappelijk
relevante punten aan (welke ouders kopen nu een aapje voor
hun dochter?) en is tegelijkertijd bijtend cynisch en vertederend
naïef. Knudtsen laat in de eerste vijf nummers in ieder
geval zien dat hij beschikt over een gezond portie durf. Een
titel over een aap is immers niet het eerste waar je als beginnend
stripmaker aan denkt. Dat Knudtsen langzaam bekend wordt,
onderstreept echter zijn gelijk. Juist, "Monkey vengeance
unleashed."
my monkey's
name is jennifer #1-5
- slg publishing (black & white, 32 pagina's) door:
ken knudtsen uitgegeven: augustus 2001 -
februari 2002