Begin jaren negentig was de independent
uitgeverij Caliber Press een heuse kweekvijver van nieuw talent.
Eén van die talenten was Brian Michael Bendis. Ongeveer
tien jaar voor hij zou uitgroeien tot de populairste schrijver
van de comicwereld werkte hij aldaar relatief in de luwte
aan een reeks eigenzinnige misdaadseries. Die eigenzinnigheid
betrof niet alleen zijn revolutionaire manier van schrijven,
hij was evenmin vies van een onconventionele nummering. Zijn
A.K.A. Goldfish, later omgedoopt tot Goldfish, kreeg daarom
geen nummers, maar naar de hoogste speelkaarten vernoemde
subtitels die per deel op de onderliggende thematiek van het
verhaal aansloten.
Goldfish, dat is de bijnaam van David
Gold, ooit een eenvoudige zwendelaar op de straten van Cleveland,
Ohio. Samen met zijn collega Izzy kan hij in zijn hoogtijdagen
de onwetende toeristen soms bijna letterlijk uitkleden. De
zaken worden echter gecompliceerd, zodra hij in Lauren Bacall
zijn gelijke ontmoet. Hij is tevreden met zijn leven, zij
wil meer en David laat zich betoverd door haar beloftes voor
haar karretje spannen, met alle gevolgen van dien. Tien jaar
later keert hij terug naar Cleveland. Izzy werkt inmiddels
voor de politie en Lauren heeft zich opgewerkt tot de ongekroonde
onderwereldkoningin van de stad, maar dat houdt Goldfish niet
tegen in zijn zucht naar genoegdoening. Hij wil Laurens vanuit
haar luxueuze nachtclub gerunde imperium tot de grond afbreken
en, wat nog veel belangrijker is, hij wil dat waar hij recht
op heeft. De twee ex-geliefden spelen hard tegen hard, want
dit is geen kaartspel op straat; als het hier misgaat, kost
dat meteen mensenlevens.
Op het moment dat de vijf delen van
de miniserie voor het eerst in de winkels liggen, is de vertelstijl
van Bendis zonder meer revolutionair. Het vermengt de beste
elementen uit het werk van Frank Miller met de anekdotische
dialogen van Quentin Tarantino, verruilt traditionele gedachtewolkjes
en tekstkaders voor cinematografische trucs als versnellen
en vertragen en rekt scènes op met zo veel gepraat,
dat de impact van het bijna terloopse geweld optimaal is.
Vooral die tempowisselingen zijn opvallend. Of het nu vijf
pagina's zonder dialoog zijn of als script geschreven teksten,
dankzij de intuïtieve overgangen voelt het natuurlijk
aan. Daarbij is realisme het toverwoord, zowel wat betreft
dialogen als personages. Goldfish, Lauren en de rest praten
geen gekunstelde comictaal, ze hanteren een moderne spreektaal
vol stopwoordjes en pauzes. Herkenbare personages met een
herkenbare taal, derhalve, die misschien wel zo vlot wegleest
omdat niemand van de cast honderd procent goed of slecht is.
Dat grijze gebied van het morele spectrum zorgt voor verrassend
ronde personages, vrij van de bekende archetypen.
Zoals zijn latere carrièrekeuze
heeft onderstreept, is Bendis meer schrijver dan tekenaar.
Voor zijn tekenwerk valt hij dan ook veelvuldig terug op het
herhalen van identieke panels, soms wat meer ingezoomd en
soms wat meer uitgezoomd, maar wel altijd herkenbaar. Daarnaast
gebruikt hij voor vrijwel al zijn personages fotoreferenties,
van de filmster Julia Roberts tot vrienden tot meerdere malen
ook gewoon zichzelf, terwijl de decors geregeld rechtstreeks
van een kopieerapparaat komen. Het resultaat is een hyperrealistische
stijl, die ondanks de vele technische gebreken prima aansluit
op de sfeer van het verhaal. Helaas is hierdoor niet elk personage
herkenbaar, wat vooral in het begin voor enkele problemen
zorgt. Zodra Goldfish en Izzy elkaar spreken, is niet duidelijk
wie wat zegt. Het oog van de lezer glijdt over de doolhofachtige
lay-outs als een filmcamera over een decor en dat is goed,
maar die dialoog strandt in een gebrek aan herkenningspunten.
Kort na het verschijnen van A.K.A.
Goldfish maakte Bendis zijn overstap naar Image en kort daarna
maakte hij de definitieve overstap van crime noir naar superheldencomics.
Mede door zijn inspanningen is 'decompressed storytelling'
de laatste jaren tot algemeen geaccepteerde standaard verheven,
al blijft de kritiek bestaan, dat hij nogal eens tekortschiet
bij de climax van zijn verhalen. In A.K.A. Goldfish is van
dat laatste echter zeker geen sprake. De ontknoping staat
net zo stevig als de opbouw en daarom kan deze miniserie ook
tien jaar na dato gelden als een van de beste werken van Bendis.
Caliber is opgedoekt en verdwenen, Bendis kan nog jaren mee.
aka goldfish
- caliber press (black & white, 40 pagina's) door:
brian michael bendis uitgegeven: september
1994 - december 1995