Het blijft lachen met J. Scott Campbell,
de man achter de comic Danger Girl. Soms vraag ik me af hoe
het mogelijk is dat hij überhaupt zijn hypotheek kan
betalen. Het grillige uitgeefschema van Danger Girl lijkt
meer op een variété act dan op een poging een
comic af te leveren die regelmatig verschijnt. Het begon lekker,
bijna twee jaar geleden. Campbell had de serie Gen13 verlaten
en had zich met Andy Hartnell enkele maanden in een verre
kelder opgesloten. Stilletjes werd aan een nieuwe serie gewerkt
die in zou moeten slaan als een bom. Toen het eerste nummer
van Danger Girl verscheen, was er geen vuiltje aan de lucht.
Positieve kritieken, verpletterende verkoopcijfers en kwijlende
fans.
Maar er is iets misgegaan. Sinds de
lancering van Danger Girl zijn slechts zes nummers verschenen.
Campbell heeft het zelfs zo zwartgeblakerd gebakken dat het
afgelopen jaar drie nummers op de planken terecht zijn gekomen.
Ik heb veel medelijden met die mensen die voor Sinterklaas
een jaarabonnement hebben gekregen. Afgelopen week las ik
op één van de sites over Danger Girl een interview
met Campbell, waarin hij aangeeft dat het zevende nummer pas
in augustus zal uitkomen. Als het niet zo triest was, zou
ik over de grond rollen van het lachen.
Na het aanschouwen van zo veel knulligheid
vraag ik me af waar Campbell van leeft. Als je gemiddeld twee
comics per jaar kunt produceren, lijkt het me niet dat je
een riante villa aan de Californische kust kunt betalen. En
je moet toch ook 's avonds nog wat warms te eten op tafel
hebben staan. In het verlengde hiervan vraag ik mezelf af
wat Campbell dan de hele dag doet. Goed, sommige tekenaars
zijn traag, maar twee comics per jaar betekent gemiddeld minder
dan één pagina per week. Nee, ik stel me een
normale dag ik het leven van J. Scott Campbell anders voor.
Hij komt als een soort André Hazes halverwege de middag
uit bed, gaat lekker douchen en zet zichzelf om een uurtje
of drie achter de tekentafel. Dan tekent hij twee of drie
panels, maar dan is hij weer afgeleid door alle action figures
om zich heen en besluit hij om de rest van de dag achter de
Sega Dreamcast te gaan zitten. En als zijn vrouw 's avonds
thuis komt en vraagt of hij een productieve dag heeft gehad,
zegt hij, "Ja! Ik heb het record van Mario Bros verbeterd!
Goed, hè?!"
Misschien moet iemand Campbell een
keertje opzoeken en hem vertellen dat hij op deze manier volslagen
verkeerd bezig is. Je comic kan nog zo leuk zijn, als er maar
twee of drie nummers per jaar uitkomen, houdt het op. Als
maker van comics moet je de aandacht van je lezers continu
vasthouden en dit is niet de ideale manier om dat te bewerkstelligen.
Sterker nog, op deze manier verlies je lezers. Ze zijn het
wachten zat en geven geen barst meer om de avonturen van de
hoofdpersonages. Daar komt nog eens bij dat in het geval van
Danger Girl de comic op zich al niet zo veel voorstelt. De
verhaaltjes zijn niet meer dan een aaneenschakeling van actie
en domme dialogen, waarbij op elke pagina zo veel mogelijk
ontbloot vrouwelijk schoon moet worden getoond. En om daar
nu zes maanden op te wachten... nee.
Danger Girl is overigens niet de enige
comic waarbij dit probleem speelt. Joe Madureira's Battle
Chasers is een ander voorbeeld van hoe het niet moet en Michael
Turner kan er met Fathom ook wat van. Maar Fathom is een comic
van Image, waar zo'n redactionele vrijheid heerst dat ik me
er nog iets van kan voorstellen. Battle Chasers en Danger
Girl zijn sinds ongeveer een jaar echter onderdeel van DC.
En als ik redacteur bij DC zou zijn, zou ik nerveus van dit
soort praktijken worden. Ik zou Campbell per direct op straat
gooien. Comic niet op tijd af? Wegwezen. Een mooie slogan
voor de eenentwintigste eeuw, waarmee lekker schoon schip
kan worden gemaakt. Comics maken is geen hobby meer, het is
werk. En dat doe je goed, of dat doe je niet.