Eerder deze week was het de elfde
van de elfde en dat is voor minderjarig Nederland en België
de dag dat aan de deuren gebedeld mag worden. In ruil voor
een zak snoepgoed dreunt zo'n uit de hand gelopen kleuterklas
een dom liedje op, terwijl de ouders aan het eind van het
tuinpad in de zeikende regen chagrijnig op hun horloge kijken.
De helft van de kinderen weet niet eens wie Sint Maarten was,
maar als ergens snoep gescoord kan worden, zijn ze er als
de kippen bij. In de grote steden wordt met snoep al geen
genoegen meer genomen. Daar willen de kids keihard geld zien.
Normaal doe ik aan dit soort gesponsorde
bedelarij niet mee. Zelfs als ik thuis ben, gaat de bel eruit
en doe ik de gehele avond geen enkele lamp aan. Een kaars
kan in begelsel net, maar soms durf ik ook dat niet. Vorig
jaar heb ik op 11 november uit pure angst alle Harry Potter
deeltjes gelezen in het zwakke schijnsel van mijn mobiele
telefoon. Dit jaar was ik echter in een gemene bui. Met de
gordijnen open heb ik vanaf klokslag zes uur pontificaal voor
het raam gezeten, de gordijnen open, zes spots boven mijn
hoofd en goed in het zicht een grote zak snoep. Echt, ik was
de Sint-Maartenspooier van de wijk. Het is nog nooit zo druk
geweest voor mijn brievenbus.
Iedere keer dat werd gebeld, deed
ik braaf open en luisterde ik hoe een half dozijn strotjes
me toezong. Nu weet ik hoe gevoelig kinderen op die leeftijd
zijn voor kritiek. Eén onterecht gekraakte noot en
het zieltje is beschadigd voor het leven. Aan de andere kant,
als je zomaar lolly's uitdeelt voor een muzikale wanprestatie,
gaat zo'n kind naast de schoenen lopen. Kortom, ik vond het
mijn opvoedkundige plicht eens flink de waarheid te zeggen
en dat heb ik dan ook gedaan. En ja, hoor, zelden zo'n leuke
avond gehad! Binnen vijf minuten liep het eerste jongetje
al diep gekwetst weg. Toen ik even later drie meisjes vertelde
dat hun stemmen beter geschikt zijn voor optredens in een
tehuis voor doven en slechthorenden, barstten ze in huilen
uit.
Opeens snapte ik het succes van een
televisieprogramma als Idols. Niets is opbeurender dan het
tot op de veters afkraken van iemand anders. Rijd op een willekeurige
zaterdagmorgen naar het dichtstbijzijnde voetbalveld waar
tweeëntwintig kleine jongetjes uitgeput achter een bal
aan rennen en wat zie je? Tweeëntwintig vaders die het
vanaf de zijlijn veel beter weten. De meest gehoorde kreet
in het publiek tijdens een wedstrijd is niet voor niets, "Die
had ik er nog wel in geschoten!" Dat de programmamakers
niet hier niet eerder mee zijn gekomen! Het is de enig logische
stap in de evolutie van reality tv.
Mij lijkt de variant Comic Idols wel
wat. Jammer dat zoiets twintig jaar geleden niet bestond,
want wat had ik graag gezien hoe een professionele jury omhooggevallen
non-talenten had verteld dat anatomie toch echt iets meer
inhoudt dan met een passer getekende borsten en dat een script
niet alleen uit clichématige oneliners mag bestaan.
Hoe vaak zou die jury het bij het verkeerde eind hebben gehad?
Zouden ze een piepjonge Brian Michael Bendis keihard hebben
uitgelachen omdat niemand zo veel dialogen wil lezen? Zou
Grant Morrison compleet belachelijk zijn gemaakt omdat hij
verhalen over buitenaardse wezens schrijft? Zou Todd McFarlane
snikkend naar huis zijn gerend na een opmerking over de veel
te grote voeten van zijn personages? En wat zouden ze in vredesnaam
over Chris Claremont hebben gezegd? Of zouden ze simpelweg
in slaap zijn gevallen?
Het is trouwens verslavend, dat ongezouten
kritiek geven. Gisteren werd ik nogal onhandig ingehaald door
een agressief rijdende bromfietser en ik heb hem uitgebreid
laten weten wat ik van zijn rijgedrag vond. Dat was niet zo
slim. De zwelling op mijn kaak is al ietsje minder aan het
worden, maar vast voedsel blijft lastig; alleen vrolijk gekleurde
lolly's gaan erin. Gelukkig heb ik daarvan na afgelopen maandag
zo'n voorraad dat ik het met gemak red tot Idols van vrijdagavond.
Benieuwd wanneer het eerste jurylid in elkaar wordt geslagen.
Volgend jaar ben ik met Sint Maarten
maar gewoon weer niet thuis.