Kurt Busiek kuiert fluitend door de
wandelgangen van de bullpen. Hoewel hij hier pas drie weken
werkzaam is, vermaakt de vervanger van de door aliens ontvoerde
Grant Morrison zich uitstekend. Eenmaal aangekomen bij het
kleine kantoor van presentator Jamie S. Rich, klopt Kurt op
de deurpost. Jamie, die grijnzend leest wat in het nieuwste
nummer van Entertainment Weekly wordt geschreven over Bad
Writer, wuift hem binnen.
"Wil je mijn redacteur worden?"
vraagt Kurt terwijl hij zijn bril schoonmaakt met een zakdoek
waarop een logo van The Avengers staat. Een enquête
heeft uitgewezen, dat vierentachtig procent van de kijkers
niets snapt van Kurts verwijzingen naar oude comics en obscure
personages. "Dat jij dan de gehele uitzending achter
me aan loopt en waar nodig de kijkers van relevante voetnoten
voorziet?" Jamie springt op uit zijn stoel, mompelt dat
hij genoeg tijd kwijt is aan het verbeteren van de spelfouten
van Brian Bendis en duwt Kurt de gang op.
Beduusd zet Kurt zijn bril op. "Hmm,
dat doet me denken aan die scène uit Incredible Hulk
#205."
Op de werkvloer is Stan Lee druk bezig
met een pakketje dat zojuist door een koerier is bezorgd.
Enthousiast grabbelt hij het groene piepschuim uit de doos,
waarna hij twee beeldjes op zijn bureau zet. Door de monitor
zijn de beeldjes ontrokken aan het zicht van Chuck Austen
en Bill Jemas, die elkaar aan de andere kant van de bullpen
aankijken. Ze waren net aan het spelen met het vorige week
tijdens de signeersessie bij Midtown Comics meegepikte Michael
Turner action figure (één druk op de knop en
het spat uiteen in achtenveertig stukjes), maar hun nieuwsgierigheid
wordt op de proef gesteld zodra Stan met een hoog stemmetje
een soort poppenkast opvoert. Voorzichtig lopen ze op hem
af.
"Maar Jack," piept Stan,
"deze kleur lijkt ab-so-luut niet op grijs!" Met
zijn andere hand beweegt Stan het tweede beeldje op en neer,
"Weet je wat ik denk, Stan? Dat het groen is!" Bill
raapt de kartonnen doos van de grond. "Ze zouden toch
geen drukfout hebben gemaakt, Jack?" klinkt Stans hees.
Zodra een restje piepschuim van de verpakking is geveegd,
lezen Bill en Chuck het etiket: "Jack Kirby & Stan
Lee mini-bust."
Stan, die nu pas merkt dat hij wordt
bekeken, voelt zich betrapt en bergt de beeldjes op in de
lade. Helaas, het kwaad is geschied. Proestend rollen Chuck
en Bill over de grond. "Hier, moet je lezen," wijst
Chuck op de tekst achterop de doos. "Dit verzin je toch
niet! 'Since the beginning of time, there has been one name
synonymous with Marvel Comics.' Het begin der tijden?! Hoe
oud is die vent?!" Een hyperventilerende Bill kan net
uitbrengen dat de vertrokken Greg Rucka en Brian Azzarello
dus gelijk hadden met de samenzweringstheorie over Stan. "En
het leukste," vervolgt Chuck, "is dit: 'five inches
tall.' Stan is vijf inch groot!"
"Pah!" bromt Fiona Avery
schamper. Ze is zojuist terug van haar lunchpauze bij de McDonald's,
waardoor ze slechts het laatste deel van deze discussie heeft
gehoord. "Voor minder dan acht inch doet de moderne vrouw
het niet meer, hoor." De camera boven het intussen gerepareerde
raam zoomt in op Chuck en Bill, die de tranen uit hun ogen
wrijven. "Nee," legt Bill uit, "de Stan Lee
buste. Díe is vijf inch groot." Lurkend aan haar
milkshake tuurt Fiona naar Stan. "Ik wist niet dat Stan
een buste had."
"Buste!" corrigeert Stan.
"Borstbeeld! Hier," en hij pakt de beeldjes uit
de lade. "Ach gossie, zeg, je hebt niet eens armen!"
plaagt Fiona met gespeelde onschuld. "Als jullie maar
weten dat deze meesterwerkjes pas volgend jaar in de winkels
liggen en dat daar nu al massaal op wordt ingetekend,"
verdedigt Stan zijn laatste beetje trots. "Als je op
een knopje drukt," werpt Chuck de anderen een knipoog
toe, "zegt het beeldje dan 'Excelsior'?" Grinnikend
geven Chuck, Fiona en Bill elkaar een high five. Stan druipt
teleurgesteld af. Tegen zo'n overmacht kan hij niets.
Op weg naar de lift komt hij Kurt
tegen. "Eén woord," bijt Stan hem toe, "één
enkel woord over hoe deze borstbeeldjes je doen denken aan
een subplot uit een X-Men uit 1965 en ik zal bewijzen dat
je ook met vijf inch een volwassen man kunt doodknuppelen."