Het is weer lente. Gelukkig kun je
dat nu eindelijk ook aan het weer merken, want het heeft me
de afgelopen weken toch gestormd! Goed, het is een oude boerenwijsheid
dat maart zijn staart roert, maar als ik door hartje Amsterdam
loop en de regen horizontaal door de Weteringschans raast,
mag van mij die staart meteen worden gecoupeerd. Zonder verdoving.
En voor het geval april doet wat hij wil, heb ik alvast een
straatverbod aangevraagd.
Voorlopig worden we dus echter getrakteerd
op mooi lenteweer. Vanmiddag was het hier zelfs zo zonnig,
dat ik voor het eerst dit jaar met de tuinstoel naar buiten
ben gegaan. De zon scheen precies op dat hoekje achterin de
tuin, zalig windstil en ideaal voor een uurtje niets aan je
kop. Lentekriebels gegarandeerd. Het was nog best even zoeken
naar een zonnebril, maar toen ik die eenmaal onder een laag
stof vandaan had gehaald, betrad ik opgewekt de achtertuin.
Een boek in de ene hand, een ijskoud glas fris in de andere
en dan wegdromen in een oase van rust.
Op dat moment kwam mijn buurmeisje
van vijftien thuis. Ramen wagenwijd open, stereotoren op tien
en plots trilde mijn Fanta mee op het ritme van de oorverdovende
gabberhouse. Ja, het is weer lente!
Vroeger was datzelfde buurmeisje verzot
op rockmuziek. Toen was het nog leuk. We hebben zomers gehad
dat we aan het eind van een lome dag tegen elkaar gingen opbieden.
Dan begon zij met Iron Maiden, zette ik Metallica op en kwam
zij daar vervolgens overheen met Marilyn Manson. Echt hard
kon die oude radio van de buren niet, dus niemand in de omgeving
had last van ons, maar wij hadden veel lol. Tot haar ouders
gingen scheiden en zij veranderde in de onvermijdelijke rebelpuber.
Opeens was rock niet cool. House, dat was het. Opgeschoren
koppie, de rest van het haar strak naar achteren in een staart
en de hele middag hakken op muziek die tien jaar geleden tijdens
de eerste housegolf ook al niet om aan te horen was.
Bovendien heeft pa eind vorig jaar
een geluidsinstallatie aangelegd met weet ik veel hoeveel
speakers en subwoofers. Hij is zelf nauwelijks thuis om ervan
te kunnen genieten, dus we zullen het op een midlifecrisis
houden, maar het buurmeisje weet wel raad met die decibels.
Soms lijkt het net of haar halve school daar op bezoek komt.
En een táál dat die vriendjes en vriendinnetjes
van haar uitkramen! Alles is kanker dit en kanker dat. Het
gaat ook altijd over beffen, pijpen, neuken en andere seksuele
handelingen waarvan ik zelfs nog nooit heb gehoord. Je waant
je af en toe op de set van een foute soap. Na een uurtje vertrekken
ze meestal richting koffieshop, kroeg of disco. Het is een
kwestie van doorbijten voor de rust is weergekeerd.
Helaas, ik had nog geen drie pagina's
gelezen of de twee buurmeisjes aan de andere kant kwamen thuis!
Nu is het zo, dat die meisjes te jong zijn voor de stereotoren,
maar het is wel elke dag krijsen, gieren, brullen zodra pappa
hen van de kleuterdump oppikt. Daarbij hebben ze nu de leeftijd
dat ze het liefst elkaar pesten. Vooral in het weekend schreeuwen
ze er stevig op los. Hoe vroeger in de ochtend, hoe beter.
Ik troost me met de gedachte dat ze die fase over een jaar
zijn ontgroeid. Als het een beetje meezit, is het buurmeisje
aan de andere kant tegen die tijd van huis weggelopen, dus
ik verheug me nu al op de lente van 2005. Wat moet dát
rustig worden!
Dan gaat bij de buren de telefoon.
Althans, ik hoor eerst de twee meisjes de trap af stuiteren
en pas dan hoor ik op de achtergrond een telefoon rinkelen.
Pappa neemt op. "Het is mamma," roept hij met de
ramen open in de richting van zijn kroost. "Volgens de
dokter gaat alles goed en krijgen jullie deze zomer een nieuw
broertje of zusje!" Ik verslik me in mijn Fanta. Wat
zei je?! Rechts een hakkende probleemtiener, links elkaar
pestende kleuters en 's nachts een jankende baby? Ik denk
dat ik mijn zonnebril weer opberg. Van zonnen zal de komende
jaren bar weinig terechtkomen.
Volgens mij is 'jeugdzonde' ook gewoon
de verleden tijd van 'jeugdzonnen.'