Sommige columns zijn tijdloos. Die
kun je drie jaar na dato net zo gemakkelijk lezen als drie
weken na dato. Het zijn vaak verhaaltjes over allerlei algemene
onderwerpen, losgekoppeld van de actualiteit en niet voorzien
van grapjes of opmerkingen over tijdelijke trends en vluchtige
fenomenen.
Wie weet bijvoorbeeld vandaag de dag
nog precies wie de Tokkies ook alweer waren? Ik in ieder geval
niet. Ook de titel van dat totaal geflopte programma waarin
een boy band het muzikaal moest opnemen tegen een girl band
ben ik vergeten. Als ik daar een column over zou lezen, zou
ik de helft niet snappen. Dan zou ik stoppen met het lezen
ervan. En dat wil ik graag voorkomen, zeker aan het begin
van deze nieuwe reeks.
Dat is een beetje het probleem waar
ik mee zit. Deze zomer kwam mijn vorige reeks columns namelijk
tot een eind. Op zich is daar niets mis mee, dat klopt. Ik
schrijf al jaren mijn columns in reeksen van acht, dus het
is niet zo, dat het opeens onverwacht kwam. Dat zou wel waanzinnig
stom zijn. Ik raak ook niet in shock wanneer ik na twee keer
drie kwartier zie, dat een voetbalwedstrijd plots is afgelopen.
Helaas waren de omstandigheden waaronder mijn laatste reeks
columns tot een eind kwam niet optimaal. Ik had net vijf maanden
over de liefde in al haar facetten geschreven. Wanneer het
object van die liefde dan zomaar wegvalt, komt dat hard aan.
Natuurlijk heb ik het toen ontkend, maar de inspiratie was
een paar weken zo goed als verdwenen.
In de nasleep van die inspiratieloze
weken ben ik twee achtereenvolgende keren niet meer toegekomen
aan het schrijven van een nieuw stukje. Ik vond ook dat ik
een goed excuus had. Want precies in die weken had ik de grootst
mogelijke problemen met de server van mijn site. Uploaden
was onmogelijk en dat kwam me stiekem wel goed uit. Dan kon
ik het schrijven van mijn nieuwe columns uitstellen. Helaas
was ik het bekende gezegde vergeten. Over hoe van uitstel
vaak afstel komt. Vooral toen ik eenmaal weer kon uploaden.
Zo zat ik dus achter de computer en
zag ik op de kalender, dat ik over twee dagen officieel drie
columns achter zou lopen. Dat is veel. Te veel, besloot ik
op dat moment. Vandaar dat ik nu eindelijk weer driftig aan
het tikken ben in een oud en vergeeld Word-document dat ik
bijna zes volle weken niet meer had geopend.
Het punt is alleen, dat ik de uitgestelde
columns van hun oorspronkelijk geplande datum wil voorzien.
Zodat ik dus over vijf jaar het archief van mijn site doorblader
en dan helemaal niets meer terugvind over die drie gemiste
columns. In het verleden heb ik op deze manier vaker stukjes
ingehaald, dus ik zie niet in, waarom ik dat nu zou veranderen.
Maar drie columns is erg veel. Dat is zes weken. Ik moet iets
schrijven wat ik ook eind augustus had kunnen schrijven. Hoe
doe ik dat? Actuele grappen zijn verdacht, want ik kan me
niet meer herinneren wanneer bepaald nieuws precies bekend
werd. Zelfs al lukt me dat na een weekend gefrunnik met een
zoekmachine, dan nog kan ik niet voorkomen dat mijn teksten
worden ingekleurd door wat ik daarna heb gezien en gehoord.
Of dat iedereen afhaakt omdat het niet meer actueel is.
Zie daar mijn probleem. Vals spel,
daar begin ik niet aan. Dus geen column waarin ik eind augustus
voorspel welke maatregelen het kabinet precies gaat aankondigen
op prinsjesdag. Of eentje waarin ik net doe of ik een exemplaar
van de biografie over André Hazes in handen heb gekregen,
zodat ik die vuile was in geuren en kleuren kan omschrijven.
En dus ben ik veroordeeld tot het schrijven van een tijdloze
column. Een column die je over drie jaar net zo gemakkelijk
kunt lezen als over drie weken. Een verhaaltje over algemene
onderwerpen en zonder een sprankje actualiteit. Geen tijdelijke
trends. Wat nou vluchtige fenomenen? Niets van dat alles.
Eigenlijk moet ik dus een column schrijven
die in helemaal niets lijkt op de zevenhonderd woorden die
ik tot nu toe heb getikt. Maar ik ben nu zo dicht bij de eindstreep,
dat ik het lekker laat staan. De tijdloze column kan altijd
nog. Daar is het immers tijdloos voor.