Vakantie in Venetië, dat was
voor mij net zo onwerkelijk als stapelverliefd op iemand die
ik net een maand kende. In het vliegtuig keken we elkaar af
en toe nog wat onwennig aan. Alsof we het zelf nauwelijks
konden geloven. Toen de gezagvoerder ons echter liet weten,
dat we voorlopig niet mochten opstijgen omdat bij het inladen
van de bagage een deuk in het laadruim was ontstaan, barstten
we in zulk onbedaarlijk proesten uit, dat de spanning was
gebroken. Om ons heen mopperden passagiers over de vertraging.
Wij vonden het prima, wij hadden elkaar.
De vlucht zelf was kort en verliep
heel voorspoedig, vandaar dat we na een busrit vanaf het vliegveld
Mestre aankwamen op Piazzale Roma, voorportaal van de waterstad.
Ik keek mijn ogen uit. Natuurlijk had ik Venetië in een
film of op televisie gezien. Maar het van dichtbij zien, het
zelf beleven, dat was een wereld van verschil. Met open mond
keek ik naar de bruggen, de gondels, de lijndienstboten en
vooral het water, ja, het groenblauwe water dat, als de zon
erop scheen, een magische gloed kreeg. Het leek of de tijd
hier eeuwen stil had gestaan.
Haar vader en diens vrouw hebben naast
hun appartement in het centrum van de stad ook een zomerhuisje
op een klein eiland in de baai van Venetië, een eiland
dat zoals ik spoedig zou ontdekken geheel terecht Muggeneiland
wordt genoemd, waar wij onze eerste nacht doorbrachten samen
met haar eveneens aanwezige zus, zwager en haar kleine neefje
en nichtje. De dag erna verhuisden we met zijn tweeën
naar het appartement. Dat is een van buiten prachtig oud pand
dat haar vader van binnen heeft laten opknappen tot riant
oord waar wij ruim een week mochten blijven.
Terwijl zij de koelkast inspecteerde,
zette ik de luiken aan de voorkant van het huis vast. Via
de openslaande ramen tilde ik twee stoelen naar buiten. Daar
genoten we van het eten, elkaar en de ondergaande zon. Vakantie.
Verliefd. Venetië. Op dat moment was ik zomaar perfect
gelukkig.
De dagen erna verkenden we de stad.
Eerst zonder plattegrond, maar al snel mét. Verdwalen
in de wirwar aan steegjes mocht dan nog zo romantisch zijn,
we wilden toch graag meer progressie boeken dan één
straat per uur. En we wilden ook genieten van het moois, van
de Ponte di Rialto tot het Piazza San Marco en het alom aanwezige
Canal Grande. Tegen de tijd dat we toe waren aan de nabijgelegen
eilanden, had ik meer foto's gemaakt dan tijdens het hele
voorgaande jaar. Op het eiland Burano verdubbelde ik dat aantal.
Burano ziet eruit alsof daar in een ver verleden een verfbom
is ontploft. Elk huisje heeft een andere kleur, de ene nog
levendiger dan de andere.
Het weekend was zoals dat hoort op
vakantie: lekker lui. Zaterdag speelden we op Muggeneiland
een middag lang het bordspel Barricade en werden we gepromoveerd
tot ideale amusement voor de kinderen, zondag lagen we zo
heerlijk op bed in het appartement, dat we pas om half vijf
in de middag aan het ontbijt zaten. Half vijf!
Aan het begin van de nieuwe week zetten
wij onze verkenningstocht langs de omringende eilanden voort.
Volgende halte was Murano, het glasblazerseiland. Murano laat
zich nog het beste vergelijken met de Kalverstraat in Amsterdam,
als elke winkel een Blokker zou zijn. Straat na straat werden
we begroet door etalages met uitsluitend glazen souvenirs.
Soms konden we het ene winkeltje niet van het andere onderscheiden.
Pas buiten het centrum doken creatieve en originele glaswerkjes
op. Ik zwichtte voor de vis in een waterdruppel, een tastbare
herinnering aan deze droomvakantie die al bijna ten einde
liep. Die zou een mooi plaatsje krijgen.
De laatste volle dag wilden we zo
veel mogelijk genieten. Ontbijt in het park aan de Viale Garibaldi,
wandelen, varen op de vaporetto, nog snel even naar het eiland
Lido en 's avonds uit eten aan het water bij de Ponte di Rialto.
Op de terugweg naar het appartement stuitten we op een klein
winkeltje in een volksbuurt, daar waar een man trots verkondigde,
dat alle kleine schilderijen hier door zijn vrouw waren gemaakt.
Ik voelde hoe haar hart naast mij smolt en ik wees naar het
schilderijtje met de oranje lijst, het kunstwerk waar zij
zich zo door voelde aangesproken."Doet u die maar,"
sprak ik tegen de man. En ik keek haar aan. "Het is een
cadeautje."