Voor Sinterklaas wilden we iets bijzonders
doen. Al sinds de intocht van de goedheiligman hadden we elk
weekend kleine cadeautjes in elkaars schoenen verstopt, uiteraard
inclusief toepasselijk gedicht, maar op 5 december wilden
we toch graag iets extra's. Onze keuze viel op Noordwijk aan
Zee, met twee overnachtingen in een hotel en dan daar pakjesavond
vieren. Even helemaal weg, even niets aan ons hoofd. Behalve
cadeautjes en strooigoed.
Een hotel in Noordwijk aan Zee klonk
flink duurder dan het was. Waar in de zomermaanden zelfs een
hotel van uiterst twijfelachtige allure een vermogen, een
tweede hypotheek en een arm kostte, konden we nu voor wat
wisselgeld al terecht in het Palace Hotel, op slechts een
steenworp afstand van de zee. Dat was nog eens wat anders
dan afgelopen zomer, toen de vlucht van mijn lief na een korte
vakantie in Griekenland op zo'n belachelijk tijdstip aankwam,
dat ik haar midden in de nacht oppikte en verraste met een
overnachting in het Sheraton op Schiphol. Toen moest ik mijn
spaarrekening plunderen voor wat eigenlijk een vrij eenvoudig
hotel was. En nu? Nu keek ik mijn ogen uit.
Onze kamer had een apart zitgedeelte,
een fantastisch bad met douche, een slaapgedeelte in een romantische
nis en, zo ontdekte ik pas aan het eind van de eerste avond,
twee televisies. Televisie nummer twee was verstopt in een
kast aan het voeteneind van het bed, zodat we ons voor het
slapen helemaal suf konden lachen om de belspelletjes waarbij
blonde presentatrices wanhopig in de camera bleven roepen
waarom niemand met het goede antwoord belde. De jute zak vol
cadeautjes hadden we in de klerenkast opgeborgen.
In het voorportaal van de winter was
het niet druk in Noordwijk. Daarbij was het onstuimig weer:
wind maakte korte metten met dappere parapludragers, donkere
wolken voerden regenbui na regenbui aan en als we op het balkon
van onze kamer stonden, konden we het zout van de kolkende
zee proeven. Verstandige mensen zaten binnen bij de open haard,
maar wij kozen even na middernacht voor een strandwandeling.
Wij waren immers verliefd. Dan doe je dat. Dan zoek je met
gevaar voor eigen leven het oog van de storm op.
Voor mij was 'uitwaaien' altijd een
abstract begrip geweest, tot ik die nacht de boulevard afdaalde
en het strand betrad. De zee brulde zo ongekend hard, dat
we elkaar nauwelijks konden verstaan. Het schuim op de golven
werd alle kanten op geblazen en hier, voor het eerst in mijn
leven, zag ik zand dansen. De wind trok een fijne mist korreltjes
op, waardoor we soms geen hand voor ogen zagen. Zij had de
camera meegenomen, maar daar hadden we nu niets aan. Gelukkig
had ze vanmiddag bijna de halve geheugenkaart volgeschoten.
De lens was door spatjes zout water vies geworden, een kleine
vlek rechts, wat onwerkelijk mooie foto's opleverde toen ineens
de zon doorbrak.
Met mijn armen wijd leek het alsof
ik door de wind werd gedragen. Ik deed mijn ogen dicht en
genoot van de natuurkrachten. Mijn oma had vroeger in Noordwijk
gewoond, vandaar dat ik hier als kind heel vaak was geweest.
Het voelde fijn dat ik weer terug was, in deze wilde achtbaanrit
die het afgelopen jaar was geweest. Ook voor háár,
voor mijn lief, zij die altijd al gek was op de zee, was dit
een vorm van tot rust komen. Voor een paar minuten bestond
de wereld uit niets méér dan wij twee op dit
stukje strand. Ik wist dat we allebei deze relatie in waren
gestapt met de zekerheid dat het niet voor eeuwig zou zijn,
maar voor heel even was alles perfect. Meer dan perfect.
"Schreeuw zo hard als je kunt!"
riep ze in mijn oor, net hoorbaar boven de storm. "Dat
lucht op! Gooi alles eruit!" Zij gaf het goede voorbeeld,
ik bleef achter met een bescheiden poging. "Dat was niks!"
joelde ze. "Niemand die je hoort! Geneer je niet! Schreeuw
vanuit het puntje van je tenen!" Pakjesavond 2006 in
Noordwijk aan Zee. Het zand kleefde aan mijn spijkerbroek.
Zeewater prikte op mijn gezicht. En ik schreeuwde. Ik schreeuwde
tot ik niet meer kon. Dit jaar was mijn jaar. Dat kon niemand
me ooit nog afnemen.