Lang heb ik gedacht, dat 'Second Life'
de term was die werd gebruikt voor iemands leven online. Lekker
chatten op MSN, meedoen aan forumdiscussies, je eigen weblog;
dat soort dingen. Tot ik een artikel las, waaruit bleek, dat
Second Life een spel was. Een online game in het verlengde
van games als World of Warcraft, legde de schrijver van het
artikel uit. Maar ja, dat had ik ook nog nooit gespeeld, dus
daar schoot ik niets mee op.
Dat ik me niet eerder voor zulke online
games had geïnteresseerd, kwam door mijn zo ouderwetse
ISDN-aansluiting. Mijn internetverbinding was gewoon niet
snel genoeg. Daarom downloadde ik ook zelden iets. Het binnenhalen
van één liedje kostte me al snel tien minuten,
aan complete albums begon ik niet eens en van het downloaden
van films kregen de snoertjes achter mijn computer nachtmerries.
Begin dit jaar kwam daar verandering in. Eén ADSL-kastje
aan de muur erbij en ik zat ineens middenin de eenentwintigste
eeuw.
Een geheel nieuwe wereld ging voor
me open. De wereld van continu online zijn, de wereld van
het altijd kunnen raadplegen van een online encyclopedie of
woordenboek, het kunnen updaten van mijn site wanneer ik dat
maar wilde, zonder dat ik zorgen had over piekuren of daluren.
En, op een doordeweekse avond ergens begin maart, de wereld
van het online gamen. Het wereldwijde web lonkte. Ik gaf het
ADSL-kastje een aai en installeerde Second Life.
Nu ben ik best handig met games. De
besturing ervan gaat mij gemakkelijk af. Ik ben niet iemand
die na vijf minuten duizelig wordt van een driedimensionale
omgeving op het scherm. Maar dit was andere koek. Alleen al
het aanpassen van het uiterlijk van mijn poppetje, mijn avatar,
bracht me naar een scherm met driehonderd zevenentwintig schuifbalkjes
waar ik alles kon veranderen van hoe ver de ogen uit elkaar
staan tot het putje in de kin. Normaal vind ik handleidingen
voor watjes, maar deze keer moest ik een uitzondering maken.
Braaf volgde ik de aanwijzingen op het scherm van het introductie-eiland.
Het lopen met mijn avatar had ik aardig
snel onder de knie, het besturen van voertuigen was al ietsje
lastiger en het in- en uitzoomen met de camera was iets, waar
ik een knoop van in mijn hersenen kreeg. Voor mijn gevoel
bestond de interface uit meer dan duizenden knopjes, hoe zou
ik dat ooit allemaal uit elkaar kunnen houden? Het laatste
traject op het Orientation Island ging dan eindelijk over
het aanpassen van kleding, lichaamsbouw, uiterlijk en sekse.
En ja, wat doe je dan als man van begin dertig? Inderdaad,
dan kies je voor een vrouwelijke avatar. Het liefst een lekker
ding. Anderhalf uur lang ging ik langs de vierhonderd achtenzestig
schuifbalkjes en het resultaat was een monster van twee meter
twintig, met dunne benen en ronde borsten. Nou ja, dacht ik,
dat komt later wel. Als ik de game snap.
Ik klikte op het knopje 'Save' en
was klaar voor mijn avontuur in Second Life. Mijn avontuur
als lekker ding. Of eigenlijk, mijn avontuur als iemand die
leek alsof ze halverwege haar behandeling in een kliniek voor
plastische chirurgie was weggelopen. Ik draaide me om en prompt
verdween mijn avatar.
In het midden van mijn scherm zag
ik een schaduw op de grond. Maar mijn avatar was weg. Wat
ik ook probeerde, op welk willekeurig knopje in welk willekeurig
menu ik ook klikte, ik kon mezelf niet meer zien. Wat ontzettend
flauw. Daar was ik geen lekker ding in spe voor geworden.
Ik trok de net zo onzichtbare stoute schoenen aan en stapte
op de eerste de beste passant af. "Can you see me?"
typte ik in de open chat. "Yes, I can! And you're hot!"
zei de man met de slechte smaak. Dit gesprekje herhaalde ik
een keer of acht met andere mensen, tot ik tot de conclusie
kwam, dat het dan inderdaad aan mij moest liggen. Ik stopte
Second Life en logde opnieuw in.
'Unable to connect to Second Life,'
vertelde de foutmelding mij. En dat bleef zo. Ook de achthonderd
vierendertig keren dat ik het daarna probeerde. Rond middernacht
vond ik het wel mooi geweest. Gefrustreerd zette ik de computer
uit. Mijn eerste dag als lekker ding viel me vies tegen.