Nee, ik had het niet gedroomd. Toen
ik zaterdagochtend inlogde, stond de twintig dollar nog steeds
op de teller. Mijn eerste centjes. En wat had ik daar nou
helemaal voor gedaan? Ik had een poseerbal met daarin een
dansanimatie aangeklikt. Meer niet. Aan de andere kant, mijn
avatar was natuurlijk wel een lekker ding. Als die jongen
met die spijkerbroek van gisteren mij twintig dollar gaf voor
een dansje op de bar, zouden anderen dat misschien ook wel
doen. Eerst maar eens op zoek naar een winkel met alleen items
voor slechts één dollar. Want geld moet rollen.
Nu was ik niet langer een onwetende
nieuweling, maar veel ervaring met de fijne kneepjes van Second
Life had ik ook weer niet. Het duurde een paar uur voor ik
precies het verschil snapte tussen het kopen van losse kleding
en het kopen van een doos met een volledige outfit. Bij die
eerste kun je de nieuwe aankoop aantrekken door het aanklikken
van de optie 'wear' uit de inventaris. Dat is zo gepiept.
Lekker makkelijk. Peulenschil.
Maar dan outfits in een doos. Die
moet je eerst uitpakken en dan aantrekken. Wie meteen op 'wear'
klikt, draagt niet de kleding, nee, die draagt een doos. Nooit
gedacht dat ik een halve middag wildvreemden zou aanspreken
met de vraag hoe je een doos moet uitpakken. Tegen de avond
snapte ik het en kon ik me eindelijk onderscheiden van die
andere nieuwelingen in hun suffe witte shirts en suffe truitjes.
De twintig dollar? Die waren alweer op.
Diep in de avond, toen ik zo'n twaalf
uur onafgebroken online was geweest, belandde ik langzaamaan
in de schimmige onderkant van Second Life. Eigen content maken,
kon ik niet en zin in ergens een saai baantje als hulpje had
ik niet. Daarvoor was mijn vrouwelijke avatar, mijn eigen
lekkere ding, niet in de virtuele wieg gelegd. Dansen op een
bar, dat kon ik wel. En dus speurde ik de indrukwekkende waslijst
aan zoekresultaten af die het steekwoord 'nightclub' mij had
opgeleverd. Eén van de locaties was een decadent landhuis
op een eiland. Boven de deur hing een bord met daarop 'Moonshine
Mansion', binnen wemelde het van de vrouwen in exotische kleding.
"You look totally hot,"
zei een man met de foute naam Big Daddy. Hij droeg een paars
maatpak, een zonnebril en minstens negentien kilo aan kettingen.
Wat subtiliteit betreft, was dit één stap verwijderd
van het woord 'pooier' in knipperende neonletters boven zijn
kop. Hij stelde zich voor als de baas van het landhuis. Ik
had mazzel, zei hij, want vandaag zouden ze nieuwe meisjes
aannemen. "Go upstairs, we'll talk later." Naar
boven, okay, geen punt. Ik liep verder naar binnen en zocht
de trap. Die er niet was. Helemaal nergens. Pas toen ik wel
tien meisjes naast me had zien verdwijnen, besefte ik dat
ik die knop op de muur moest aanklikken, dan werd ik naar
boven geteleporteerd.
De selectieprocedure liet zich het
beste omschrijven als de bekende natte vinger. Ik kreeg een
uitnodiging voor de Moonshine Group, zodat ik gebruik kon
maken van alle attributen in het huis. Big Daddy gaf me een
kaartje met daarop de tarieven, vertelde dat hij twintig procent
van mijn opbrengsten zou krijgen en vroeg me vervolgens om
de vijf minuten per privébericht of ik al een klant
had gescoord. "Not yet. Almost," typte ik terug,
want ik had net iemand zien binnenkomen die eerst een tijdje
op de drempel had staan rondkijken. Zijn naam was Gus, hij
was Nederlands en als ik zo zijn kleding eens bekeek, kwam
hij rechtstreeks van Orientation Island. Ideaal slachtoffer.
Seks in Second Life werkt hetzelfde
als dansen. Je klikt op een poseerbal en de avatar beweegt
volgens een voorgeprogrammeerde animatie. Eigenlijk is het
te saai voor woorden. Ik ken tekenfilms die opwindender zijn.
Maar Gus, nadat ik hem had uitgelegd hoe het werkte en mee
naar boven had genomen, liet in de chat weten dat hij het
leuk vond. Braaf tikte ik 'ooh' en 'aah' terug. Na vijf minuten
vond ik het wel mooi geweest. "Dat is dan vijfhonderd
Linden dollar," zei ik, terwijl ik mijn avatar weer aankleedde.
"Oh," zei Gus, arme Gus, "maar ik heb helemaal
geen geld." Precies op dat moment vroeg Big Daddy per
privébericht of hij zijn honderd dollar al kon innen.
Ik pakte mijn blocnote dat naast de
computer lag, scheurde een papiertje los en maakte een aantekening.
In grote blokletters. 'Altijd vooraf laten betalen!'