Hoe leuk de panels ook zijn, het hart
van de beurs in San Diego is de Exhibit Hall. Deze reusachtige
hal was tijdens de eerste dag van de Expo gesloten, maar op
de tweede en laatste dag werden de deuren om negen uur geopend,
waarna de aanwezigen vervolgens zes uur mochten rondwandelen
tussen een wirwar van standjes. Overigens wordt tijdens de
Expo altijd slechts een deel van de hal gebruikt. Pas als
op donderdag de Comic-Con begint, verdwijnen de tussenwanden
en wordt de volle lengte van de hal gebruikt.
Aan het programmaboekje had ik gezien
dat het een drukke dag werd. Op de bovenste verdieping van
het Convention Center werden enkele interessante panels gehouden
en sommige daarvan waren midden op de dag gepland, op een
tijdstip dat ook de hal open was. Dat werd dus prioriteiten
stellen. Het centrale thema van de dag was comics en technologie.
Interessant, maar ik wilde natuurlijk ook zo veel mogelijk
tijd in de hal doorbrengen en na vier jaar afwezigheid weer
wat oude bekenden de hand schudden. In het hotel had ik de
ochtend uitgestippeld. Daarna zou ik wel zien.
expo
:: dag 2
Ontbijt in het hotel was vandaag niet
nodig. Tussen acht en negen werd in Room 6A een Retailer Breakfast
gehouden en na een tijdje kwam de Deense vriend waar ik gisteren
mee had gesproken bij me aan tafel zitten. We hadden allebei
hetzelfde plan: direct naar El Capitán, de uitgeverij
van David Lapham. De eerste vijftig bezoekers kregen tegen
inlevering van een visitekaartje een gratis gesigneerd exemplaar
van Murder Me Dead #1, een comic waar ik zeer benieuwd naar
was. Natuurlijk ging dat niet zo makkelijk, want vóór
iedereen de zaal in mocht, moest eerst in de rij worden gestaan.
Echt, Amerikanen zijn gek op rijen. Het hoeft niet eens te
worden gevraagd; als Amerikanen ergens wachten, gaan ze in
een rij staan. Bij het zien van zo'n lange rij moet ik altijd
denken aan de Nederlandse stripbeurzen. Als daar een populaire
tekenaar in een stand signeert, is het bijna per definitie
dringen geblazen. Voordringen is de normaalste zaak van de
wereld en de personen die vooraan staan, worden platgedrukt.
Wat dat betreft, hebben de bezoekers van Amerikaanse beurzen
een andere instelling. Uiteindelijk werden de deuren pas om
kwart over negen geopend en ik baande me een weg naar de stand
van El Capitán.
David Lapham en zijn vrouw Maria hadden
hun stand nog nauwelijks op orde of de eerste groep bezoekers
stonden voor hun neus. Op mijn Deense vriend en mijzelf na
namen de andere vroege vogels genoegen met een exemplaar van
Murder Me Dead #1, zodat ik daarna nog even een babbel kon
aangaan met de Laphams. David herkende me nog van mijn vorige
drie bezoeken en informeerde naar hoe het met mij ging. Via-via
had hij vorig jaar opgevangen dat ik tijdens de beurs van
1999 ziek thuis zat en het verbaasde me dat hij zich dat nog
kon herinneren. Aan de andere kant heb ik hem de laatste jaren
zo vaak geschreven en tijdens beurzen gesproken, dat het niet
zo onlogisch is. Het voordeel van de roem als dé letterhack
van de jaren negentig. In mijn babbel met Maria kwam de Stray
Bullets website ter sprake. De site bestaat al een jaar of
twee maar wordt nauwelijks bijgewerkt en Maria bevestigde
dat zij en David zich daar behoorlijk op hadden verkeken.
Voor het onderhouden van een site moeten ze eigenlijk een
apart iemand inhuren, maar voorlopig ligt hun prioriteit daar
niet. David wil eerst de tweede verhaalcyclus van Stray Bullets
afronden en zich daarna op Murder Me Dead concentreren.
Voor ik het wist, was het al veel
later en met een gesigneerde Murder Me Dead #1 en Stray Bullets
#21 (een nummer dat ik nooit in de stripwinkel heb zien liggen
maar dat blijkbaar toch is verschenen) begaf ik me richting
mijn tweede doelwit: de stand van DC. Tijdens mijn vorige
bezoeken gaf DC altijd een stapel zwart-wit previews weg en
ook dit jaar was dat het geval. Vooral met de preview van
JLA: Heaven's Ladder was ik blij, want ik kijk al maanden
uit naar het moment dat tekenaar Bryan Hitch de serie JLA
overneemt. Ook op de grote stapel lagen previews van Harley
Quinn #1 (met tekenwerk van Terry Dodson), Will Eisners Minor
Miracles en Outlaw Nation #1 (een nieuwe Vertigo serie door
Jamie Delano). Er was ook een preview van Steampunk #5, zonder
tekst, waardoor de comic een stuk begrijpelijker werd. Naast
de elf previews kreeg ik een speciale chromium editie van
Crisis on Infinite Earths #1, een echte klassieker. Op dat
moment besloot ik dat ik tijdens de beurs op zoek moest naar
de back issues van deze twaalfdelige miniserie. Crisis was
immers één van de weinige klassiekers die ik
nog niet had gelezen.
Bij Claypool kreeg ik de mij inmiddels
bekende gele map met daarin informatie over de comics van
Claypool en enkele gratis comics. Blijkbaar zijn die mappen
jaren geleden massaal gemaakt, want in mijn map zaten dezelfde
comics als in de map van 1996. Voor de stand kwam ik de Nederlandse
stripwinkeleigenaren weer tegen en het gezelschap werd internationaler
toen ik vlakbij de stand van Jeff Smiths Cartoon Books aan
de praat raakte met een Fransman die mijn badge zag en mijn
naam herkende. De Fransman bleek een collega van de Franse
uitgeverij Semic te zijn, dus we hadden gespreksstof genoeg.
Daarna begroette ik Jeff Smith, die naarstig op zoek was naar
een paar Bone beeldjes die hij in zijn stand wilde zetten
maar zo snel nergens kon vinden. Tijd voor een babbel had
hij wel (zeker met de persoon die ooit een 'Olav's Corner'
in Bone had) en hij kon me vertellen dat het nieuwste nummer
van Bone binnen twee weken in de winkels zou liggen. Verder
had hij het vooral erg druk met zijn nieuwe projecten, waaronder
de miniserie Rose (met sterk tekenwerk van Charles Vess) en
het binnenhalen van Linda Medley's serie Castle Waiting.
Bij de stand van Comics Buyer's Guide
kon ik een gratis exemplaar van dit informatieve weekblad
ophalen en daarna zag ik Jim Balent in de stand van zijn Broadsword
Comics staan. Op dat moment was het daar rustig , dus ik vroeg
of hij zin had in het maken van een schetsje in mijn schetsenboek.
Dit boekje, nog niet eens ter grootte van een comic, had ik
in 1995 in San Diego gekocht en ik heb ontdekt dat tekenaars
eerder een schets willen maken in een klein boekje dan in
een reusachtig kladblok. Tijdens het schetsen, wat hij overigens
staand doet, vertelde hij waarom hij bij DC was vertrokken.
Begin dit jaar wilde het redactionele team van de Batman comics
een uitwisseling van tekenaars. Jim moest derhalve van Catwoman
af en mocht een andere serie uitkiezen. Daar had hij echter
geen zin in, maar de nieuwe tekenaar was al aangetrokken,
dus hij moest wel. Aangezien hij niet wil werken aan een comic
die hij niet leuk vindt, vertrok hij en richtte hij Broadsword
Comics op, waar hij nu werkt aan de serie Tarot.
expo
:: middagprogramma
Kwart over twaalf ging ik naar boven,
naar Room 1A, waar inkleurster Laura Depuy een demonstratie
zou geven van het op de computer inkleuren van een comic.
Via een zeer groot scherm konden de aanwezigen meekijken hoe
Laura met haar laptopje, muismat en Wacom-pen één
van de openingspagina's van JLA: Heaven's Ladder inkleurde
met het programma Photoshop. Zelf kende ik Photoshop natuurlijk,
maar ik wist niet dat je er zo veel mee kon doen. Voor Laura
was het echter geen probleem en met een paar simpele bewerkingen
toverde ze de zwart-wit pagina binnen een uur om tot een ingekleurde
prent, compleet met lichteffecten, weerspiegelingen en allerlei
speciale foefjes om te voorkomen dat de pagina er vreemd uit
komt te zien als de platen tijdens het drukken iets verschuiven.
Het panel werd om half twee afgerond en na het leegdrinken
van een fles water kon ik weer naar beneden.
In de anderhalf uur dat de hal nog
open was, deed ik de rest van de stands aan. De stand van
Top Cow was opvallend leeg en op de tafels lagen alleen posters
voor de Witchblade televisiefilm die eind augustus op de Amerikaanse
televisie in première zal gaan. Ook bij Marvel was
nog niet veel te halen en konden de bezoekers kijken naar
een documentaire over de film X-Men. Bij Harris Comics herkenden
twee mensen achter de tafels mijn naam en kreeg ik een speciale
preview editie van Vampi #1 in mijn handen. De comic ziet
er aardig uit, maar ik ben nooit een fan geweest van manga
en de tekenstijl van Kevin Lau staat me derhalve niet echt
aan. Er werd nog eens benadrukt dat Vampi een ander personage
is dan Vampirella, maar het moge duidelijk zijn dat Harris
op deze manier wel inspeelt op de populariteit van Vampirella.
CrossGen Comics was mijn volgende halte, waar ik eerst met
uitgever Mark Alessi een praatje maakte en daarna met Ian
Feller in gesprek raakte. Ian had mij begin dit jaar een informatiepakket
over de nieuwe uitgeverij CrossGen opgestuurd, waarvoor ik
hem bedankte. Van alle vier de CrossGen series waren previews
(in kleur) van de komende twee nummers aanwezig en het zag
er knap uit, zelfs de serie Sigil, waarvan het eerste nummer
gewoon slecht was. Tot mijn verbazing waren Ian en Mark het
daarmee eens: ook zij waren teleurgesteld in Sigil #1.
Tegen drieën maakte ik mijn rondje
af en toen ik langs de stand van Dark Horse liep, zag ik dat
Will Eisner nog een signeersessie hield. Ik had hem 's ochtends
al gezien, maar toen was het zo druk dat ik maar niet in de
rij was gaan staan. Nu viel de drukte wel mee, dus na een
minuutje of vijf kreeg ik Eisners handtekening op een Last
Day in Vietnam briefkaart en kreeg ik ook nog de Last Day
in Vietnam dogtags mee. Vlakbij de uitgang dook weer een gigantische
mensenmassa op; bij de stand van Diamond bleek geen schrijver
of tekenaar te zitten, maar Suzanne Stokes, een fotomodel.
Ik dacht dat dit fenomeen al tot het verleden behoorde, maar
blijkbaar doen modellen het nog steeds goed op comicbeurzen.
De badges voor de Comic-Con konden pas om vijf uur worden
afgehaald. Toen ik rond half vier in de lobby kwam, stond
er echter al een lange rij. In anderhalf uur wachten had ik
geen zin, vandaar dat ik rustig op het terras in de zon ben
gaan zitten. Tegen de tijd dat ik weer beneden was, waren
de rijen in beweging en bleek dat niemand voor de balie stond
waar badges met achternamen A en B konden worden gehaald.
Binnen vijf minuten had ik mijn badge en kon ik na het verorberen
van een stevige hap bij het Chinese Panda Express in Horton
Plaza terug naar het hotel.
Eenmaal op mijn koele kamer had ik
alleen al voor het bestuderen van het programma voor de Comic-Con
twee uur nodig en voor ik het wist, was het half tien. Een
rottijd. Je kunt nog niet gaan slapen, maar het is al wel
te laat om nog op stap te gaan. Dan maar een paar dollar uitgeven
aan één van de films die ik via het menu van
de televisie kon opvragen. Het werd Romeo Must Die, de nieuwste
film van de producer van The Matrix. Ik had een spetterende
actiefilm verwacht, maar ondanks de sterke scènes viel
achteraf het verhaal erg tegen. Maar ach, met vier dagen lang
de Comic-Con voor de deur ben je niet zo kritisch meer en
ik heb me tijdens de film best vermaakt. Bovendien was ik
daarna zo moe, dat slapen geen probleem was.
comic-con
international - convention center, san diego feeddate:
19.07.00