Twee dagen voor de Stripdagen in Houten
moest ik naar het ziekenhuis voor een leverbiopsie. Lang wist
ik daardoor niet zeker, of ik wel aanwezig kon zijn op de
grootste stripbeurs van Nederland. Toen ik dat vermeldde op
het forum, plaatste forumgenoot Richard de zo ludieke post,
"Anders kom je twee weken later naar F.A.C.T.S. en dan
zet ik je de hele middag naast Terry Moore." Mijn reactie
was kort en bondig, "Als je dat doet, kom ik sowieso."
Uiteindelijk heb ik op de Stripdagen
gewoon twee dagen lang in de stand van Z-Press gestaan, maar
het vooruitzicht van nog een beurs, deze keer over de grens
in België, trok me aan. En ik was niet de enige, want
Cissy en Naushad, forumgenoten van de delegatie Friesland,
hadden ook wel oren naar een dagje Gent. Omdat daarmee één
plek over was in de auto, werd hun passagierslijst aangevuld
met forumgenoot Bernard. Met het oog op de autoluwe binnenstad
van Utrecht spraken we af op Utrecht Lunetten, een verzameling
rails die de term 'station' nauwelijks verdient.
f.a.c.t.s.
:: icc convention center
Van Utrecht Centraal naar Utrecht
Lunetten is vier minuten treinen. Hoe het de Nederlandse Spoorwegen
is gelukt, weet ik niet, maar uitgerekend op dat stukje kreeg
ik zaterdagochtend 11 oktober een vertraging van vijf minuten.
Een goederentrein moest voorrang krijgen. Al met al heb ik
langer stilgestaan dan dat ik in een rijdende trein heb gezeten.
Gelukkig werd de frustratie snel vergeten toen ik op Lunetten
Bernard spotte en snel daarna bij Naushad en Cissy in de bolide
kon stappen. Naushad verving zijn houthakkersmetal voor oorvriendelijkere
muziek, gaf zijn navigatiesysteem een Vlaamse tongval en we
konden vertrekken.
Twee uur in een auto is vrij lang,
maar met zijn vieren vliegt die tijd voorbij. Zeker als het
gaat om vier stripliefhebbers met een uitgesproken en lang
niet altijd overlappende mening. Voor ik het wist, doken de
bordjes met 'Gent' op en voor mijn gevoel waren we de meeste
tijd kwijt met het zoeken van een parkeerplek. De garage onder
het ICC Convention Center zat vol, zo vertelde een gepensioneerd
baasje op een klapstoeltje midden op de weg. Drie rondjes
door de binnenstad later vroegen we aan datzelfde baasje of
hij iets wist. Dat deed hij. Tien meter verderop, dat wat
op een vluchtheuvel leek, daar konden we wel parkeren. Wij
bedankten hem uitvoerig en parkeerden de auto.
Cissy had met Richard afgesproken,
dat ze zou bellen zodra we voor de deur stonden, dan zou hij
ons naar binnen kunnen loodsen zonder dat we langs die vervelende
rijen voor de kassa moesten kruipen. Goed idee, alleen werkt
het niet als de te bellen persoon vervolgens de telefoon niet
bij zich heeft. Terwijl Bernard en Cissy een keer of dertig
belden, doken we dan toch maar in de rij, wat uiteindelijk
vlot ging. Negen euro armer en een vreselijke stempel van
een fopspeen op de hand rijker mochten we naar binnen. Ik
had nog niet echt een beeld bij wat ik kon verwachten. Maar
niets had me kunnen voorbereiden op het tafereel toen we de
grote hal betraden.
Waar je op een stripbeurs in Nederland
de laatste jaren een gezinsauto door de gangpaden zou kunnen
duwen zonder dat je iemand omver rijdt, was het op de beursvloer
van F.A.C.T.S. een krioelende mensenmassa van vrijwilligers,
standhouders, fans, fotografen en mensen in kostuum, vooral
veel mensen in kostuum. Niet zo vreemd, als je bedenkt dat
dit weekend ook een competitie werd gehouden van beste kostuum.
Binnen vijf minuten waren we opgelopen tegen een Pokémon,
een halfnaakte prinses Leia en een Conan op middelbare leeftijd.
Eén gangpad kostte ons vijf minuten. En wat rook het
naar zweet! En wat was het warm!
Hoewel we op zoek waren naar de Artists
Alley, waar Richard de boel zou bestieren, bracht de plattegrond
ons naar de signeerruimte voor bekende en soms toch ietwat
uitgerangeerde acteurs. Bernard, Cissy en Naushad werden enthousiast
bij het zien van sterren uit televisieserie Stargate, voor
mij waren alleen Richard Hatch en Morena Baccarin bekend.
Die eerste zag er precies zo uit als in de nieuwste Battlestar:
Galactica, die tweede zag er met dramatisch korter haar lang
niet zo betoverend uit als in de veel te vroeg afgekapte serie
Firefly. We draaiden de plattegrond om en liepen ditmaal rechtstreeks
naar de hoek met een verzameling bekende comicmakers.
Nadat wij even plagerig ons beklag
hadden gedaan over het niet opnemen van de telefoon, verwelkomde
Richard ons toch nog heel hartelijk. Veel tijd had hij niet,
want hij moest met een paar andere vrijwilligers grote namen
als Romano Molenaar, Steve Niles en Terry Moore op hun wenken
bedienen, maar dit hier zou de afspreekplek worden, dus we
zouden elkaar vandaag nog genoeg zien. Bernard ging op weg
voor een flink rondje in zijn eentje, Cissy, Naushad en ik
gingen op zoek naar wat eten. Helaas, het cafetariagedeelte
werkte volgens zo'n debiel systeem met bonnetjes, dat we daar
geen enkele trek in hadden. Tijd voor een rondje in mijn eentje,
besloot ik op dat moment.
Een rondje, dat was gemakkelijker
gezegd dan gedaan. Smalle gangpaden en grote aantallen bezoekers
maakten dat tot een hele uitdaging. Boven, op de eerste verdieping,
was het iets rustiger, maar beneden, daar waar de winkels
hun waar verkochten, was het soms geen doorkomen aan. Wat
me ook opviel, was dat het aanbod comics klein was. Wel veel
action figures, veel kostuums, terwijl de comics waren beperkt
tot een handvol kraampjes. Bij de stand van Cheap Comics trof
ik Bernard in gesprek met forumgenoot Allan en binnen de kortste
keren doken nog twee forumgenoten op, waarmee het hier bijna
een soort Meet and Greet in het klein werd.
f.a.c.t.s.
:: terry moore
Eenmaal terug in de tekenaarshoek
vroegen Cissy en ik even om aandacht van Richard. Cissy had
speciaal voor Romano een schilderij gemaakt van zijn lievelingsdier
en wilde hem dat graag overhandigen. En ik? Ik wilde natuurlijk
Richards belofte innen. Geen punt: hij nam me mee naar achteren
en zette me naast Terry Moore, die me direct herkende, al
was het acht jaar geleden dat wij elkaar voor het laatst hadden
gesproken. Terry was druk met tekenen, dus ik vertelde hem
dat hij gerust door kon gaan. Ik vond het al een eer dat ik
hem en zijn vrouw gezelschap mocht houden en zo af en toe
mijn waslijst brandende vragen mocht stellen.
Vanaf mijn stoel had ik precies zicht
op Cissy in de rij voor eerst tekenaar Eric Basaldua en later
Romano. Af en toe zwaaiden we naar elkaar, maar uiteraard
had ik het meeste oog voor Terry en de mooie schetsen die
hij maakte. Toen Richard mij had voorzien van een glaasje
water, wat snoepjes en ook nog een vel wit papier met mijn
naam achter me op de muur had gehangen, was het plaatje compleet.
Uiteindelijk werd ik door bijna tien mensen herkend als 'die
gekke briefschrijver uit de jaren negentig'. Links van me
zat Mauro Padovani, een Italiaanse tekenaar die graag met
mij wilde praten toen hij hoorde, dat ik vertalingen doe voor
de Nederlandse comicuitgeverij Z-Press.
Vanochtend in de auto was de tijd
voorbij gevlogen, naast Terry Moore was dat effect tien keer
zo sterk. Tijdens het schetsen kon ik mijn vragen stellen
en hij praatte honderduit met me. Hij vertelde over hoe hij
aan de opdrachten voor Runaways en Mary Jane bij Marvel was
gekomen, over hoe enorm jammer hij het vond dat hij Strangers
in Paradise tweemaal opnieuw heeft genummerd en zo nummer
honderd is misgelopen, over zijn plan voor het uitbrengen
van een gigantische hardcovereditie van datzelfde meesterwerk,
over de tekenaar die eigenlijk Mary Jane had moeten tekenen
maar toen ineens twee maanden verdween en over zijn plannen
voor Echo, zijn nieuwe project in eigen beheer. En dat hij
daar geen brieven over krijgt. Of ik niet een keer kan schrijven?
Drie uur lang zag ik van dichtbij
hoe Terry te werk gaat met zijn schetsen. Gummen, gummen,
gummen, dat is zijn geheim. Het langst deed hij over een schets
van Catwoman, een personage waarvan hij het nieuwe kostuum
niet mooi vindt en waarbij hij uitkwam op een pose die nogal
de indruk wekte, dat Catwoman jeuk aan haar achterwerk had.
Rond halfzes was het toch echt tijd voor het afscheid. Richard
stopte me nog snel een piepkleine schets toe van Basaldua
en daarna schudde ik Terry de hand. Hij en Jeff Smith, het
blijven wat mij betreft de twee aardigste mensen uit de comicwereld.
Dat vind ik al sinds ik ze in 1994 voor het eerst sprak in
San Diego.
Bij de uitgang voegde ik me bij Bernard,
Cissy en Naushad. Onze ervaringen van vandaag waren genoeg
stof voor de twee uur terugrijden, inclusief het halfuurtje
file onderweg. Bernard had een paar paperbacks gevonden, maar
besloot dat deze beurs vanwege al die mensen in vreemde pakjes
voor hem eens doch nooit weer was. Naushad had zich vermaakt
met het schieten van filmpjes en een discussiepanel met de
acteurs uit Stargate. Cissy gloeide nog na van haar ontmoetingen
met Eric Basaldua en Romano Molenaar. En ik had een vrachtlading
aan anekdotes over de middag met Terry Moore. Het is dat Bernard
en ik er in Utrecht uit moesten, anders was het laat geworden.
Mijn eerste F.A.C.T.S. was meer dan
geslaagd, al moet ik toegeven dat het contact met de tekenaars
voor mij het belangrijkst was. Want eerlijk is eerlijk, voor
mij als comicliefhebber biedt de beurs te weinig. Als ik alleen
zou hebben rondgelopen, had ik het na drie rondjes en twee
uur waarschijnlijk wel gezien. Of ik volgend jaar weer ga,
hangt dus af van welke gasten aanwezig zullen zijn. Als Richard
mij drie uur naast Jeff Smith kan zetten, kom ik sowieso.
f.a.c.t.s.
2008 - icc convention center, gent feeddate:
11.10.08