transmetropolitan
(dc) Warren Ellis behoort tot de beste nieuwe
schrijvers van de jaren negentig. Eén van de sterkste
punten van de comics die hij schrijft, is de manier waarop
zinloze gebeurtenissen tientallen nummers later plotseling
opduiken en zelfs de verdere loop van de serie kunnen bepalen.
Met zijn werk voor The Authority heeft Ellis laten zien hoeveel
meer impact een verhaal kan hebben als het onderdeel uitmaakt
van een groter geheel. Een strakke continuïteit als rode
draad.
Vreemd genoeg leek het er in eerste
instantie op dat Ellis deze aanpak niet wilde gebruiken voor
Transmetropolitan, een serie die ooit is begonnen als onderdeel
van een half dozijn DC / Helix titels maar inmiddels een thuis
heeft gevonden als Vertigo comic. Na het driedelige openingsverhaal
bestond het grootste deel van het eerste jaar van deze serie
uit korte en fragmentarische verhalen, waarbij telkens een
ander aspect werd belicht van de futuristische maatschappij
waarin hoofdpersonage Spider Jerusalem zijn brood als journalist
verdient. Veel humor, veel hilarische momenten, maar sprake
van een echte continuïteit was er niet.
Met de twee zesdelige verhalen 'The
Year of the Bastard' en 'The New Scum' leek het erop dat het
fragmentarische aspect definitief zou verdwijnen. Spider Jerusalem
doet op beruchte wijze verslag van de presidentsverkiezingen
en ontdekt dat de populaire presidentskandidaat Gary Callahan
zijn boekje ver te buiten is gegaan. Ondanks die onthullingen
wint Callahan toch, vooral omdat na de moordaanslag op zijn
assistente Vita Severn veel kiezers uit sympathie op hem stemmen.
Callahan belooft dat hij Jerusalems leven in een hel zal veranderen
en daarmee leek de toon gezet.
Helaas bracht het jaar na 'The New
Scum' uitsluitend luchtige en losstaande verhalen, waarbij
de humor even overtuigend en sterk was als altijd, maar de
continuïteit weer ver te zoeken was. Inmiddels is daar
eindelijk verandering in gekomen. Het driedelige verhaal 'Gauge
Away,' waar momenteel twee delen van zijn verschenen, grijpt
namelijk terug op alles wat sinds het begin van de serie is
geschied en toont aan dat Ellis blijkbaar toch al die tijd
al heel bewust naar een bepaald punt heeft toegewerkt en subtiel
hints heeft rondgestrooid. Jerusalem onderzoekt de moord op
Severn en laat daarbij geen enkele steen onberoerd, hetgeen
Ellis de gelegenheid geeft om personages uit voorgaande delen
weer ten tonele te voeren.
De rode draad van Transmetropolitan
is nu na vijfendertig nummers helder, waardoor de serie een
toegevoegde waarde krijgt en naast een komische nu ook een
boeiende comic is geworden. Het is Ellis dus opnieuw gelukt
om de lezers op het verkeerde been te zetten en daarvoor verdient
hij alle lof. Lof die overigens ook uitgaat naar Darick Robertson,
de vaste tekenaar, die met zijn heldere en heerlijk overdreven
stijl perfect aansluit op de vernieuwende verhalen over een
toekomst waarin computers aan drugs verslaafd zijn, Air Jesus
de populairste sportschoenen zijn en bowel disruptors op de
lijst van verboden wapens staan.
savage
dragon (image) Met vierenzeventig nummers
achter de rug is Erik Larsens Savage Dragon op Spawn na de
langst lopende Image comic. Daar komt bij dat van het half
dozijn tekenaars dat in 1992 deze uitgeverij heeft opgericht,
Larsen de enige is die zijn eigen serie nog zowel schrijft
als tekent. Wat de serie bijzonder maakt, is Larsens aanpak
van het (bijna uitgekauwde) superheldengenre. Wie denkt dat
superhelden verleden tijd zijn, heeft het mis.
Larsen toont met de avonturen van
zijn hoofdpersonage Dragon namelijk aan, dat ook een superheldencomic
die alle regels van het genre in de wind slaat en belachelijk
maakt, bij een breed publiek succes kan hebben en zelfs lezers
die normaal gesproken niets van superhelden moeten hebben
tot grote fans kan rekenen. Het concept van de serie is vrij
eenvoudig: de groene Dragon, compleet met vin op zijn hoofd,
bestrijdt eerst als politieagent en later als lid van de Special
Operations Strikeforce voornamelijk in Chicago de misdaad.
En in tegenstelling tot andere helden doet hij dit vol overgave
en zonder genade, waarbij hij voor het gebruik van dodelijke
kracht niet terugschrikt.
De eerste twee à drie jaar
was het genieten van Larsens verfrissende aanpak, de vreemde
wendingen in de plot en de overdreven maar wel vermakelijke
gevechten tussen Dragon en een ontelbaar aantal bizarre tegenstanders
met veelal lachwekkend vreemde krachten. Daarna is het plotseling
bergafwaarts gegaan. In een poging om de verhalen toegankelijker
te maken voor nieuwe lezers, paste Larsen zijn schrijfstijl
iets aan en legde hij de gebeurtenissen meer dan ooit uit.
Hierdoor werd de vaart uit de verhalen genomen en misten veel
van de belangrijke gebeurtenissen hun impact. De centrale
plot dobberde zo meer dan een jaar doelloos rond en ook het
tekenwerk leed in sommige nummers duidelijk onder deze terugslag.
Onlangs is het roer echter hard omgegooid
en is in Savage Dragon #73 het driedelige verhaal 'End of
World' van start gegaan. In dit verhaal worden praktisch alle
nog niet afgehandelde subplots van de afgelopen drie jaar
bij elkaar gebracht en werkt Larsen toe naar een climax die
de serie zo hard nodig heeft. De subplots Darklord, de organisatie
Covenant of the Sword, het ontvoerde zoontje van Dragon, de
vermoorde vrouw van Dragon... alles heeft met elkaar te maken
en wel op een manier die achteraf niet eens geforceerd of
gekunsteld lijkt. In hoeverre Larsen het van tevoren al had
gepland, weet ik niet, maar de uitwerking mag er zijn.
Het is nog maar de vraag of hier niet
sprake is van een tijdelijke opleving. Het is geen toeval
dat het verhaal 'End of World' eindigt in Savage Dragon #75
en het is dus afwachten of de serie na het verschijnen van
dat nummer niet als een kaartenhuis instort. Voorlopig heeft
de serie enkele nummers lang weer het niveau waarmee het begin
jaren negentig zo veel lof heeft geoogst. Het enthousiasme
lijkt terug en dat is merkbaar.
comics
:: out
generation
x (marvel) De serie bestaat zo'n vijf jaar
en in die tijd is het duidelijk geworden dat Generation X
een comic van pieken en dalen is. Het begin mocht er zijn,
met luchtige verhalen en overtuigend tekenwerk, maar het vertrek
van schrijver Scott Lobdell en tekenaar Chris Bachalo kondigde
een tijdperk aan zonder bezieling. Zo'n anderhalf jaar heb
ik de serie op de planken laten staan, maar de komst van schrijver
Warren Ellis was reden genoeg om het een tweede kans te geven.
Van de series die bij project 'Counter
X' zijn betrokken, kan alleen X-Force terugvallen op dynamisch
tekenwerk, terwijl X-Man en in iets mindere mate Generation
X het moeten doen met middelmatige tekenaars. De vier tot
nu toe verschenen nummers van Generation X hebben aangetoond
dat Steve Pugh geen slechte tekenaar is, maar toch straalt
zijn werk een leegte uit, met niet aanwezige achtergronden.
Gelaatsuitdrukkingen zijn Pugh's sterke kant, maar de rest
moet worden bijgeschaafd voor het acceptabel is.
Ook het verhaal valt tegen en is bij
lange na niet zo vernieuwend als ik van iemand als Warren
Ellis en zijn co-schrijver Brian Wood had verwacht. Dit gaat
helaas ook op voor de andere twee 'Counter X' series. De vierdelige
verhalen in deze series zijn te simpel van opzet, hebben weinig
tot niets om het lijf en bieden geen inzichten in de personages.
In Generation X ontdekt het team in het verhaal 'Correction'
dat grote groepen tieners zijn ontvoerd en door een gestoorde
mutant gevangen zijn genomen. De rest van de verhaallijn bestaat
uit een zoektocht, een lang en saai gevecht en een behoorlijke
anticlimax als Banshee zijn pupillen de helpende hand toesteekt.
Toegegeven, de aanpak van Ellis en
Wood is zonder meer superieur aan het vaak afgrijselijk slechte
werk van onder meer hun voorganger Jay Faerber, maar een teveel
aan snelle actie en een tekort aan serieuze ontwikkeling van
de karakters breekt de serie op. Zelfs het tekenwerk kan niet
voorkomen dat ik me als lezer buitengesloten voel en ook de
veelal aardige dialogen kunnen de zo noodzakelijke chemie
tussen de personages niet creëren. En zo is dus de conclusie
dat Generation X praktisch alle kenmerken heeft van een goede
Warren Ellis comic, maar toch blijft steken op een niveau
tussen matig en redelijk.
Vooral het meest recente nummer, met
daarin het laatste deel van de nieuwe verhaallijn, is zo tegenvallend
dat Generation X #66 mijn laatste nummer van de serie is.
Zo heeft dus zowel X-Man als Generation X binnen vier maanden
het veld moeten ruimen en blijft alleen X-Force over, een
serie die ik vooral dankzij het tekenwerk nog blijf volgen.
Wellicht waren de verwachtingen te hoog, maar zo langzaamaan
draait 'Counter X' uit op een teleurstelling.
stars
& stripe (dc) Het lijkt er bij DC op dat
een nieuwe serie bij voorbaat geen eerlijke kans heeft als
het niets te maken heeft met ofwel Batman, ofwel Superman,
ofwel de JLA. Toch worden nieuwe series gelanceerd die in
grote mate onafhankelijk zijn van de rest van het DC universum.
Dat is een prima instelling, maar het is jammer als meer dan
de helft van die series binnen een jaar wordt stopgezet (zie
Vext en Major Bummer). Een beetje meer reclame voor dergelijke
comics zou niet verkeerd zijn.
Ook Stars & Stripe is zo'n serie
waarvan werd gezegd dat het al bij voorbaat kansloos was.
Hoewel de verkoopcijfers geen reden voor champagnestemming
zijn, houdt de comic iets meer dan een jaar na het verschijnen
van het eerste nummer nog steeds stand. Dat Star-Spangled
Kid lid is van de JSA zou daar best eens iets mee te maken
kunnen hebben. Helaas is dit nog geen garantie voor een hoogstaande
serie en vooral de laatste vier nummers is sprake van een
vrije val, met teleurstellend tekenwerk en ongeïnspireerde
verhalen.
De serie begon veelbelovend met een
nulnummer waarin de hoofdpersonages Courtney Whitmore en Pat
Dugan duidelijk binnen het bereik van de comic Starman (en
later natuurlijk JSA) werden gebracht en een eerste verhaallijn
waarin de luchtige sfeer en het karakter van Courtney voor
een in meerdere opzichten verfrissend resultaat zorgden. Vooral
de wisselwerking tussen de rebelse Courtney en de zich verantwoordelijk
voelende Pat leverde grappige momenten en leuke verhalen op,
hoewel het uitgangspunt op zich verre van origineel is. Na
gastoptredens van Captain Marvel en Young Justice was de plaats
van de serie binnen het DC Universum definitief bepaald en
leek een zonnige toekomst gegarandeerd.
Met de komst van gasttekenaar Scott
Kolins, die drie nummers op rij voor zijn rekening nam, is
het de verkeerde kant opgegaan. Want waar het tekenwerk van
de vaste tekenaar Lee Moder vloeiend, helder en dynamisch
was, kon de tekenstijl van Kolins niet boeien. Tegelijkertijd
begon schrijver Geoff Johns aan een verhaallijn die niet alleen
voortborduurde op de eerdere subplots over de Dragon King
en zijn dochter Shiv, maar ook de mysterieuze Shining Knight
bij de serie betrok. Drie nummers lang was het verfrissende
van het eerste half jaar ver te zoeken en werd zelfs de humor
minder leuk.
In Stars & Stripe #12 keert Moder
terug, maar het kwaad is al geschied. De verhalen zijn rechtlijniger
geworden, de dialogen zeer voorspelbaar en het tekenwerk kan
niet meer zo overtuigen als het dat ooit heeft gedaan. Na
iets meer dan een jaar houd ik het daarom wat deze serie betreft
voorlopig voor gezien. Na een overdonderende start is Stars
& Stripe namelijk verworden tot opnieuw een middelmatige
nieuwe serie die ongetwijfeld binnen een paar jaar wordt stopgezet.