batman:
dark victory (dc) Toen Jeph Loeb en Tim Sale
twee jaar geleden aan Batman: The Long Halloween begonnen,
had niemand kunnen voorspellen dat dit duo een meesterwerk
zou afleveren. De samenwerking tussen Loeb en Sale leverde
een overdonderende synergie op waar menigeen jaloers op was.
Iedereen hoopte op meer en inderdaad, een vervolg op deze
spraakmakende miniserie liet niet lang op zich wachten. Eind
vorig jaar verscheen Batman: Dark Victory.
Toen de eerste paar delen op de planken
lagen, was meteen al duidelijk dat voor dit vervolg een andere
aanpak werd gehanteerd. Een iets trager tempo, een minder
strak plot en gestileerder tekenwerk. Maar toen na vijf nummers
het verhaal nog steeds niet echt op gang was gekomen, trokken
de eerste lezers al stilletjes de conclusie dat deze opvolger
het niveau van The Long Halloween bij lange na niet zou gaan
halen. Natuurlijk, in ieder nieuw nummer werd weer een mysterieuze
moord gepleegd en het mysterie rondom de dader bleef zeer
complex, maar vanwege het trage verteltempo kon het verhaal
nauwelijks boeien.
Daar kwam nog bij dat de manier van
vertellen door de opzet van het verhaal minder overtuigend
was. Hoewel altijd wordt beweerd dat Dark Victory prima als
losstaand verhaal kan worden gelezen, grijpt het toch te veel
terug op de gebeurtenissen uit The Long Halloween. Om verwarring
bij nieuwe lezers te voorkomen, heeft Loeb daardoor een compromis
moeten sluiten en zo veel mogelijk informatie in allerlei
overbodige tekstkaders moeten proppen. Deze vertelstijl vertraagt
de plot nog meer, waardoor vooral de eerste zes à zeven
nummers zo hier en daar niet echt boeiend en soms zelfs vervelend
zijn. De grote ommekeer kwam echter vorige maand, in Batman:
Dark Victory #9, vreemd genoeg een volledig losstaand nummer.
In dat deel gaat alle aandacht uit
naar Dick Grayson en wordt verteld hoe hij na de dood van
zijn ouders door Bruce Wayne wordt opgevangen. Met het hoofdverhaal
heeft het niets te maken, maar als comic op zich steekt dat
deel met kop en schouders uit boven de voorgaande delen. De
overbodige uitleg wordt tot een minimum teruggebracht, het
lage tempo komt voor het eerst goed tot zijn recht en het
donkere, strakke tekenwerk klopt weer van alle kanten. Het
nummer daarna gaan Loeb en Sale over tot de orde van de dag,
met het verschil dat het subplot over Dick een rol blijft
spelen en het tempo iets wordt opgeschroefd. Te laat om de
serie te redden, maar op tijd om voor enkele goede nummers
te zorgen.
Inmiddels is zonder twijfel duidelijk
dat Batman: Dark Victory inderdaad het niveau van zijn voorganger
niet zal halen. Daarvoor is de eerste helft van de miniserie
te zwak geweest. Maar de eindsprint die nu is ingezet, met
enkele kwalitatief hoogstaande nummers, toont aan dat Loeb
en Sale het nog niet zijn verleerd. Gelukkig maar. Waar zouden
we zijn als we niet eens meer op onze grootmeesters kunnen
terugvallen?
powers
(image) Okay, ik geef het toe. Ik ben een
fan van Brian Michael Bendis. Dat was al zo toen hij, brutaal
als hij altijd is, een jaar of vijf geleden me ongevraagd
een pakketje met twee comics opstuurde met de boodschap, 'schrijf
ook eens een brief naar mijn serie.' Mijn waardering voor
zijn manier van schrijven is alleen maar groter geworden sinds
ik zijn werk voor Sam and Twitch heb vertaald. Zijn verhalen
zijn vaak goed en zijn dialogen zijn om te smullen.
Nadat Bendis jarenlang hard aan de
weg had getimmerd, brak hij een jaar geleden door met Sam
and Twitch. Toen was het hek van de dam en vielen de nieuwe
werkgevers bijna over elkaar heen om hem nieuwe projecten
aan te bieden. Naast wat werk voor DC, een nieuwe serie voor
Marvel en nog een serie voor Todd McFarlane Productions kreeg
hij ook opeens de mogelijkheid om met goede vriend Michael
Avon Oeming een nieuwe serie voor Image te beginnen. Powers,
een serie buiten elke bestaande continuïteit, met nieuwe
personages en, nog gewaagder, zonder superhelden in de hoofdrol.
Kortom, een serie die het normaal gesproken nooit zou redden
en het vijf jaar geleden zeker niet gered zou hebben.
Maar met Bendis als schrijver is dat
nu anders. Bendis is hot. Zijn manier van schrijven is oprecht,
realistisch en bevat geen enkele pretenties. Hij houdt van
detectiveverhalen waarbij de personages voorop staan. Powers
is op dit moment de enige serie waarin hij voor de volle honderd
procent carte blanche heeft en om die reden is dit de enige
serie waarin zijn schrijfstijl in volle glorie en zonder compromissen
kan worden aangetroffen. Hoofdpersonage detective Christian
Walker en zijn collega Deena Pilgrim onderzoeken in Powers
de moord op de superheldin Retro Girl en ontdekken al snel
dat het mysterie complexer is dan ze dachten.
Powers is allesbehalve standaard.
Zoals gezegd, spelen de superhelden in deze serie niet meer
dan een bijrol en vormen normale mensen als Walker en Pilgrim
het middelpunt van de plot. Met name de interactie tussen
deze twee hoofdpersonages is ijzersterk, met snelle dialogen
die meer over de karakters vertellen dan honderd pagina's
vol actiescènes ooit zouden kunnen vertellen. Het tempo
van het verhaal is tot nu toe vrij traag en dat zorgde bijvoorbeeld
voor een iets tegenvallend tweede nummer, maar in het onlangs
verschenen Powers #3 wordt de draad zonder problemen opgepakt
met goede interactie en een centraal mysterie dat steeds verder
wordt uitgediept.
De humor in de serie mag niet onvermeld
blijven. Afgezien van de subtielere humor vormt het kleine
meisje waar Walker op moet passen het hoogtepunt met haar
steeds terugkerende vraag 'do you know what a clitoris is?'
Volgens Bendis is deze grap niet eens gebaseerd op de film
South Park maar gewoon iets dat hem ooit is overkomen. Hoe
dan ook, Powers is een sterke nieuwe serie, met een slim verhaal
en een heldere en vrij cartooney tekenstijl. Heel ontraditioneel,
maar juist daarom zo boeiend.
comics
:: out
wolverine
(marvel) De serie begon twaalf jaar geleden
en heeft in de loop der tijd heel veel veranderingen ondergaan.
Van goede tot matige schrijvers en van steengoede tot trieste
tekenaars, van mooie verhalen tot lineaire actieverhalen,
het is een serie met vele gezichten. Het is tevens een serie
die ik lange tijd uit gewoonte heb gekocht, vaak tegen beter
weten in. Toen Erik Larsen vorig jaar de boel grondig aan
het afbreken was met pulp van een bedenkelijk niveau, hakte
ik de knoop door.
Wolverine werd van mijn lijstje gehaald
en ik had me in eerste instantie voorgenomen om de serie het
eerstvolgende jaar niet meer te kopen. Maar je weet hoe het
met goede voornemens gaat en inderdaad, toen tekenaar Steve
Skroce de serie voor vier maanden ging overnemen, werd de
verleiding weer zo groot dat ik die nummers niet op de planken
kon laten staan. Dat Skroce goed kon tekenen, was al bekend,
maar het was nog maar de vraag of hij als schrijver van een
verhaal ook uit de voeten kon. Zijn vierdelige verhaal 'Blood
Debt' begon goed. Aardige dialogen, niet te veel overbodige
uitleg, een goed tempo en een redelijke uitdieping van de
personages.
Het verhaal draait in principe om
een vete tussen twee broers, Gom en Haan, waar Wolverine tegen
zijn wil bij betrokken raakt. Wolverine krijgt gezelschap
van Yukio en de jonge Amiko, twee personages die vooral in
de eerste twee hoofdstukken van het verhaal goed worden gebruikt
en daarbij voor een slim evenwicht in de plot zorgen. Als
in hoofdstuk drie echter de vete tussen de broers op een bloedbad
uitdraait en hun zus Kia de clan Kaishek voor zichzelf wil
opeisen, verliest het verhaal alle diepte. Wolverine #154
verwatert tot een comic bestaande uit een te simpel gevecht
tussen Wolverine en Kia; een gevecht waarvan de uitkomst al
lang vaststond.
Wat de tekeningen betreft, bleef Skroce's
werk in de laatste hoofdstukken van een redelijk hoog niveau.
De composities waren effectief en hadden soms wel iets weg
van een storyboard voor een film, de dynamiek bleef al die
tijd aanwezig en met name de gezichten van de personages werden
met gevoel neergezet. Het tekenwerk was echter niet genoeg
en kon het ineenzakken van het verhaal niet tegenhouden. Yukio
en Amiko waren niet interessant maar irritant en alle magie
van het eerste hoofdstuk verdween als sneeuw voor de zon.
Een goed begin is het halve werk, maar die spreuk gaat in
dit geval duidelijk niet op.
Na het vierdelige verhaal van Skroce
is het nu in Wolverine #154 de beurt aan Rob Liefeld. Dat
is op zich al reden genoeg om de serie weer een tijdje links
te laten liggen en dat is na 'Blood Debt' des te meer het
geval. Daarom laat ik Wolverine het komende jaar voor wat
het is en zal ik pas een kijkje nemen als de serie wordt overgenomen
door goede makers.
the
darkness (image) Met Garth Ennis als schrijver
en Marc Silvestri als tekenaar zag het er in het begin goed
uit voor de nieuwste serie van Top Cow. Harde verhalen vol
humor, met in de hoofdrol een huurmoordenaar die de beschikking
krijgt over de krachten van de Darkness. De mogelijkheden
voor de serie waren oneindig en de eerste zes nummers werden
die benut, met als resultaat een reeks verfrissende, bizarre
en erg leuke ontwikkelingen rondom Jackie Estacado.
Inmiddels is de serie het zoveelste
slachtoffer geworden van het redactionele wanbeleid bij Top
Cow. Ennis en Silvestri vertrokken binnen het jaar en ook
hun opvolgers hadden een jaar later al hun vleugels uitgeslagen.
Vanaf The Darkness #23 nam Scott Lobdell de schrijverspen
over en heel even leek het erop dat de serie was gered. Nu,
tien nummers en een handjevol tekenaars later, wordt pijnlijk
duidelijk dat Lobdell de laatste jaren is uitgegroeid tot
een wisselvallig schrijver, die de ene maand een overtuigend
verhaal aflevert maar de maand daarna niet veel verder komt
dan een dom wegwerpverhaaltje. Daar komt nog bij dat hij de
essentie van de serie in grote mate, bewust, heeft veranderd,
omgegooid en aangetast.
Hoofdpersonage Jackie Estacado was
onder het duo Ennis en Silvestri een gewetenloze moordenaar
met een zwak voor mooie vrouwen. Lobdell heeft geopperd dat
een dergelijk personage op de langere termijn niet kan werken,
omdat een eendimensionaal hoofdpersonage nooit meer kan worden
dan een parodie op zichzelf. En dat is zeker waar. Het afgelopen
jaar is dus langzaam maar zeker aan het personage van Estacado
gesleuteld en hoewel hij nooit een koene ridder zal worden,
heeft hij intussen wel min of meer een geweten gekregen. Niets
mis mee, maar dan moeten deze veranderingen wel leiden tot
boeiende verhalen.
Lobdell blijft volharden in simpele
verhalen waarin het meer driedimensionale personage van Estacado
niet tot zijn recht kan komen. Het zijn, kort gezegd, nog
steeds verhalen zoals in het begin van de serie. Verhalen
die vermakelijk kunnen zijn met een doortrapt en eendimensionaal
hoofdpersonage, maar die in de nieuwe situatie nauwelijks
kunnen overtuigen. De snelle doorstroom van tekenaars zet
ook geen zoden aan de dijk, waardoor The Darkness vooral sinds
het begin van dit jaar een chaotische indruk maakt. De serie
wil vooruit maar zit nog te veel aan het verleden vast. Er
zullen keuzes gemaakt moeten worden. En snel.
Wil dit zeggen dat ik dus met de serie
stop? Nee, ten eerste kan ik dat als vertaler en redacteur
van de Nederlandse The Darkness niet maken en ten tweede heb
ik ondanks alles nog wel hoop. De richting die Lobdell wil
inslaan, kan interessant zijn en de serie zit momenteel in
een overgangsfase. Maar zodra het verleden definitief wordt
losgelaten en eindelijk een vaste tekenaar wordt aangetrokken,
kan het uiteindelijk nog goed uitpakken. Op dit moment is
The Darkness echter ver onder de maat en dat had ik na zo'n
sterk begin niet snel verwacht.