sentry
(marvel) Schrijver Paul Jenkins en tekenaar
Jae Lee hadden vriend en vijand al versteld laten staan met
hun werk voor de miniserie Inhumans. Kort daarna werd bekend
dat het duo wederom zou gaan samenwerken, maar omdat Inhumans
een moeilijk te overtreffen serie is, had ik mijn bedenkingen.
Zou het meer van hetzelfde worden, of hadden de beide heren
daadwerkelijk iets nieuws in petto? Zouden ze opnieuw het
wiel uitvinden of niet?
Bij het verschijnen van het eerste
deel van de miniserie Sentry werd duidelijk dat Jenkins en
Lee niet de bekende fout maakten. Met Sentry sloegen ze een
compleet nieuwe weg in, met niet alleen volledig andere personages
en een wat aangepaste vertelstijl, maar vooral met minder
gepolijst, nog sfeervoller tekenwerk. De held Sentry bestond
blijkbaar al vóór de Fantastic Four en in een
handjevol flashbacks hanteert Lee telkens een aparte, voor
dat tijdperk kenmerkende tekenstijl waardoor een bijzondere
sfeer wordt gecreëerd. Zelfs de inkleuring is expressiever,
experimenteler dan bij Inhumans, hetgeen die sfeer vele malen
versterkt.
Jenkins staat bekend om verhalen waarin
de mens en niet de daden centraal staat. Sentry is daar een
goed voorbeeld van. In de twee reeds verschenen nummers wordt
Bob Reynolds geïntroduceerd, de man die door het leven
ging als Sentry, maar door iedereen is vergeten. Middels veel
tekstkaders en een redelijk traag tempo schept Jenkins een
beklemmende vertelling, waarbij je in eerste instantie zelfs
twijfelt of Bob Reynolds het niet allemaal verzint. Pas in
deel twee wordt onthuld dat Sentry's aartsvijand Void een
spelletje speelt en dat het verhaal over veel meer gaat dan
alleen het lot van de hoofdpersoon.
Nu zijn Jenkins en Lee mensen met
een reputatie. Ze gaan al tijden mee en je weet wat je kunt
verwachten. Als ze dan alsnog met zo'n verrassende en erg
imponerende miniserie als Sentry op de proppen komen, is dat
een zeer goed teken. Blijkbaar is de superheldencomic nog
niet op een dood spoor beland en is het genre nieuw leven
ingeblazen. Kurt Busiek heeft met zijn vernieuwingen het gezicht
van de superheldencomics in de jaren negentig bepaald. Wordt
Jenkins de Busiek van dit decennium? Sentry is een grote stap
in de goede richting.
green
lantern (dc) Stel je voor: Big Brother Ruud
die een comic schrijft. Zonder dat iemand daar bezwaar tegen
maakt. Je moet er niet aan denken. Dat het anders kan, bewijst
Judd Winick, de man die ooit te zien was in de MTV serie The
Real World, die via Oni Press stiekem de comicwereld binnen
is gerold en sinds kort bij DC de schrijver is van Green Lantern.
Zijn verhalen springen er nog niet uit, maar zijn vertelstijl
is verfrissend en treffend. Judd Winick is hot. En terecht.
De San Diego Comic-Con is wat dat
betreft een goede graadmeter. Elk jaar is daar wel één
naam die opvalt, één persoon die blijkbaar uit
het niets komt en opeens een grote massa fans op de been kan
brengen. Dit jaar was dat Judd Winick. Zijn twee Barry Ween
miniseries had ik vorig jaar wel doorgebladerd, maar toen
onlangs zijn eerste nummer voor Green Lantern verscheen, ben
ik zijn werk aandachtiger gaan lezen. Winick begint in Green
Lantern #129 met een nieuw verhaal, waarin hoofdpersonage
Kyle Rayner een baan krijgt voor het blad Feast. Daar kan
hij niet van genieten, want een groep Manhunters heeft het
op hem gemunt.
In de tot nu toe verschenen twee delen,
blijkt duidelijk dat Winicks kracht ligt in de vlotte dialogen
en in het menselijk maken van de personages. De scènes
die zich op Aarde afspelen, zijn interessanter dan de gevechtsscènes
in de ruimte. Winicks dialogen zijn scherp, realistisch en
modern en bovendien barst zijn werk van de verwijzingen naar
alledaagse trends en modeverschijnselen. Het verhaal dat wordt
opgezet, is zeker niet vervelend en absoluut origineel, maar
daarin ligt niet het vernieuwende. Misschien is het daarom
wel jammer dat Kyle in dit verhaal meteen de Aarde verlaat.
Een rustiger begin had ongetwijfeld beter uitgepakt.
Winick heeft kort geleden ook één
van de Green Lantern: Circle of Fire specials geschreven en
zeker in dat nummer blijkt hoe goed hij een tastbare spanning
tussen twee personages neer kan zetten. De dialogen zijn logisch,
de emoties komen zeer oprecht over en alles klopt. Met Winick
als nieuwe schrijver is de serie Green Lantern erg interessant
geworden. Het tekenwerk van Darryl Banks is de laatste jaren
dan wat achteruit is gegaan, dat doet niets af aan de verfrissende
wind die door de serie waait. Niets ten nadele van Ron Marz,
maar dat werd wel tijd.
comics
:: out
x-men
(marvel) Wat keek ik uit naar de terugkeer
van Chris Claremont als schrijver van X-Men en ook Uncanny
X-Men. Het was een mooie droom die werkelijkheid zou worden.
Jarenlang had ik toegekeken hoe na iedere wisseling van de
wacht slechtere schrijvers werden aangesteld en toen vorig
jaar Terry Kavanagh maand na maand domme dialogen uit zijn
duim zoog, kriebelden mijn handen flink. Het nieuws over Claremonts
terugkeer kwam precies op tijd.
De vele verbeteringen waren meteen
merkbaar. Betere dialogen, slimmere verhalen en ook de personages
leken weer herkenbaarder en vertrouwder. Maar de vreugde was
van korte duur, want binnen drie maanden bleek dat in de verhalen
van Claremont nauwelijks ontwikkeling zat. Ieder nieuw nummer
introduceert hij een dozijn nieuwe personages en dat gaat
nu al zo lang door, dat ik de tel ben kwijtgeraakt. Met zo
veel personages ligt het voor de hand dat de diepgang gaat
ontbreken en daar kan zelfs een meesterverteller als Claremont
weinig tegen doen. Als dan ook de dialogen steeds maar oubolliger
worden, is er duidelijk iets mis.
Dergelijke kritiek geldt zonder meer
voor beide series van Claremont, maar bij X-Men zijn de problemen
een stuk groter, daar tekenaar Leinil Francis Yu zich verliest
in veel te chaotische en onduidelijke lay-outs. Claremonts
verhalen laten al zo weinig ruimte voor uitdieping van de
personages en Yu's warrige tekenwerk versterkt dit vervreemdend
effect. Tel daarbij op dat de lappen tekst soms de tekeningen
zo goed als bedekken en het is niet onbegrijpelijk waarom
X-Men de laatste tijd als ontoegankelijk wordt bestempeld.
Na het succes van de film lijkt me niet dat dit ook echt de
bedoeling van Marvel is.
Is Claremont het schrijven van goede
verhalen verleerd? Dat denk ik niet. Dat kan ook helemaal
niet. Tenminste, niet bij iemand van zijn kaliber. Maar hij
wil momenteel zo veel verschillende kanten op, dat zijn subplots
in een zee van besluiteloosheid eindigen. En de wens van Marvel
om de serie toegankelijk te houden, heeft een averechts effect,
want al die overbodige uitleg jaagt de nieuwe lezers juist
weg. Claremont werd binnengehaald als de redder, maar zelfs
een grootmeester kan ontsporen, want vooralsnog maakt hij
zijn reputatie niet waar.
steampunk
(dc) Jaren geleden was ik een enorm fan van
Chris Bachalo's tekenwerk. Zijn nummers voor Shade, the Changing
Man, Death: the High Cost of Living, Generation X en Uncanny
X-Men waren een lust voor het oog. En ik weet dat het niet
mee mag tellen, maar Bachalo is bovendien ook een aardige
jongen. Toen hij aankondigde dat hij met Joe Kelly een nieuwe
serie zou beginnen, was ik dus benieuwd. Ik had al wat schetsen
gezien en dacht dat Steampunk een succes kon worden.
Vijf nummers later heb ik die mening
moeten bijstellen. Steampunk is namelijk een onbegrijpelijke
comic, vol overbodige dialogen, een warrige verstelstijl,
een onduidelijk verhaal en onoverzichtelijke tekeningen. Op
sommige pagina's herken je de ooit zo kenmerkende tekenstijl
van Bachalo niet meer terug. Hij blonk altijd uit in duidelijke
composities, in het scheppen van een sfeer, maar in Steampunk
gooit hij het ene na het andere overvolle kader op zijn pagina's,
die vanwege de lay-out al moeilijk te ontcijferen zijn. De
personages ademen niets uit en zijn verworden tot vreemde
karikaturen uit vervlogen tijden.
Op zich helemaal geen probleem. Vaak
is het verhaal net zo belangrijk als de tekeningen, dus als
Steampunk trendsettend vernieuwend was, zou ik hebben kunnen
leven met de ommezwaai in Bachalo's tekenwerk. Maar het verhaal
is zo mogelijk nog erger dan de tekeningen. Een in principe
simpel plot wordt middels een ondoorzichtige wirwar aan vage
personages en vreemde, zinloze dialogen tot een uiterst complexe
warboel omgetoverd. Ellenlange monologen zijn al nooit realistisch,
maar als de spreker uiteindelijk niets te zeggen heeft, ga
je je toch afvragen waarom je het nog zou moeten lezen.
Misschien had ik eerder de handdoek
moeten werpen, maar ik wilde Bachalo en Kelly toch een kans
geven. En in Steampunk #5 werd de eerste verhaallijn afgerond,
vandaar dat ik twee maanden lang met een gezonde portie tegenzin
deze serie heb gevolgd. Maar toen bleek dat na de afronding
van het verhaal de comic er geen steek leesbaarder op was
geworden, heb ik snel afgehaakt. De volgende nummers komen
bij mij niet meer in de boekenkast en wellicht dat ik pas
over een jaartje weer eens een deel probeer. Een comic die
bijna niets uitlegt, is prima, maar Steampunk bewijst dat
je het kunt overdrijven!