Voor maart haalt Dark Horse met Bruce
Campbell iemand uit andere media binnen. De vierdelige miniserie
Man with the Screaming Brain volgt de enkele jaren geleden
door Marvel en DC ingeslagen weg van bekende namen uit de
wereld van film en televisie als schrijvers van comics, maar
de vraag is, of dit buiten de mainstream werkt. Dan schat
ik de kansen van Shannon Wheelers voormalige undergroundcomic
Too Much Coffee Man hoger in.
DC maakt uiteraard ruim baan voor
de Batman Begins filmspecial. Het aanbod van comics over Batman
is ook opgeschroefd, met Batman: Dark Detective als opvallendste
titel. De makers van de miniserie zijn immers oudgedienden
Steve Englehart en Marshall Rogers. Ook Superman staat lekker
in de schijnwerpers, want het drietal hoofdtitels krijgt nieuwe
makers, waaronder Gail Simone, John Byrne en Mark Verheiden.
Hiermee geeft DC in feite indirect toe, dat de vorige 'revamp'
is mislukt. Het laatste deel van Fallen Angel stemt tot droefheid,
de lancering van Green Lantern door Geoff Johns en Carlos
Pacheco zet de klok tien jaar terug en de Forty-Niners hardcover
van Alan Moore is verplichte kost voor fans van Top 10. En
vergeet Desolation Jones niet, door Warren Ellis en J.H. Williams
III.
Bij Image introduceren Jonathan en
Joshua Luna hun project Girls en komt Doug TenNapel met de
graphic novel Earthboy Jacobus, terwijl Jim Valentino een
blik vers talent inhuurt voor een herstart van de klassieker
Shadowhawk en makers J.M. DeMatteis en Mike Ploog met The
Stardust Kid voortborduren op hun concepten bij CrossGen.
De uitgeverij wil weer een allegaartje worden van oud en nieuw.
Of dat zo verstandig is, moet nog blijken.
Marvel houdt ook deze keer maat met
het uitgeven van nieuw materiaal. Bovendien gaat het uitsluitend
om miniseries en dat is een goed teken. Dus niet langer dat
gezeur over nieuwe maandelijkse series die na vier maanden
slechte verkoopcijfers worden omgezet tot miniserie, nee,
gewoon toegeven, dat een concept als Machine Teen of New X-Men:
Hellions niet stevig genoeg is voor een lopende serie. De
meeste aandacht gaat uit naar Fantastic Four, de serie die
wordt overgenomen door J. Michael Straczysnki en Mike McKone.
Met zulke makers probeer ik dat zonder twijfel. Hetzelfde
geldt voor Ultimate Fantastic Four, nu door Mike Carey en
Jae Lee, ook niet de minsten. 'House of M' in Excalibur klinkt
trouwens als een foute crossover, maar die horde nemen we
later wel.
Indie AiT / Planet Lar komt met de
langverwachte tweede True Story, Swear To God bundel van Tom
Beland. Grappig, doch minder langverwacht, is de Mr. T comic
van APComics, een uitgeverij die blijkbaar flink achter de
trend aan hiphopt. Die revival van de jaren tachtig was toch
al voorbij? Gelukkig zet Fantagraphics daar kwaliteit tegenover
met Why Are You Doing This? van Jason en The Three Paradoxes
van Paul Hornschemeier. NMB lanceert een nieuwe serie over
Zorro, wat prima is, gezien de later te verschijnen film,
maar die misschien beter af was geweest met een moderne tekenaar.
Oni doet het met de novelle I Was Someone Dead, geschreven
door voormalig medewerker Jamie S. Rich. En Top Shelf? Daar
provoceert James Kochalka met Super Fuckers, zoals alleen
James Kochalka dat kan.
comics
:: in
100
bullets (dc) Het is lang geleden, dat ik op
deze plek heb gesproken over de succesvolle Vertigo-titel
100 Bullets. Dat is niet zo verwonderlijk, want na een interessante
start en een meeslepend tweede jaar is de serie een tijdje
elke maand wat minder opvallend, wat minder meeslepend en
dus wat minder bespreekwaardig geworden.
Het belangrijkste probleem daarbij
was de schrijfstijl van Brian Azzarello. Nu stond hij ook
aan de start van zijn carrière bekend om zijn vaak
dubbelzinnige taalgebruik, zijn ondoorzichtige metaforen en
zijn voorliefde voor toepasselijke spreekwoorden en clichés,
maar de laatste anderhalf jaar heeft dat geleid tot een stijl
die de allerslechtste aspecten van dat vermaledijde 'decompressed
storytelling' tot norm heeft verheven. En dus duurt een eenvoudig
verhaal opeens zes delen, waarbij in de eerste vijf niets
of nauwelijks iets gebeurt.
Los van de schrijfstijl werden de
verhalen ook inhoudelijk minder aangrijpend. De rode draad
uit de eerste twee jaar raakte soms ietwat ondergesneeuwd,
dan werd het weer naar de achtergrond gedreven en heel af
en toe werd het gewoon genegeerd. Onlangs kwam daar eindelijk
verandering in. In de nieuwe verhaallijn, die weer zeer traag
en wollig begon, werd het tempo uiteindelijk opgeschroefd
en werd als donderslag bij heldere hemel de status-quo van
de serie omver gegooid. En opeens is 100 Bullets weer de klassieker
die het ooit was.
Al die tijd is tekenaar Eduardo Risso
trouwens keurig zijn werk blijven doen. Andere series had
ik na een lange periode met mindere verhalen wellicht laten
vallen, maar wanneer het tekenwerk zo sfeervol en gestileerd
is als dat van Risso, is de keuze voor het blijven sparen
snel gemaakt. Voor mij althans wel.
comics
:: out
ultimate
x-men (marvel) Brian K. Vaughan is een comicschrijver
die je goed moet doorgronden. Bekijk je zijn werk oppervlakkig,
dan kom je al snel tot de conclusie dat de meeste verhalen
van soapclichés aan elkaar hangen en dat de cliffhangers
geen enkel ander doel dienen dan goedkope sensatiedrift.
Zodra je daar doorheen kunt prikken,
blijkt Vaughan echter een schrijver die de stereotypen en
clichés bewust opzoekt en daarbij soms zelfs net over
het randje gaat, maar wel altijd met een originele draai en
een interessant punt op de proppen komt. Dat gaat hem doorgaans
beduidend beter af bij comics die niet over superhelden gaan,
vandaar dat ik met enige terughoudendheid kennisnam van het
nieuws dat hij Ultimate X-Men zou overnemen. Daar zou hij
immers grote namen als Mark Millar en Brian Bendis moeten
opvolgen.
Nu is Vaughans werk voor de serie
niet slecht. Integendeel, zelfs. Het is fris, dynamisch en
erg vermakelijk. Maar het zijn niet de widescreen actieverhalen
waar het Ultimate-concept bekend om staat. Het is te gewoon,
te doorsnee. En Vaughan heeft net te veel plezier in het introduceren
van Ultimate-versies van bekende personages uit de reguliere
X-Men continuïteit, die vervolgens mogen opdraven in
een zesdelig avontuur dat zo bolstaat van decompressie, dat
in sommige delen uitsluitend wordt gepraat.
Toegegeven, Millar en Bendis lieten
de personages ook vaak onevenredig veel praten. Maar zij wisten
dat Ultimate X-Men vooral moest overdonderen en dus kwam de
vlotte actie altijd op precies het juiste moment. Bij Vaughan
mis ik dat gevoel al maanden. Hopelijk komt snel een eind
aan die neergaande lijn.