Dat de jaren negentig een periode
vol pieken en dalen voor de makers van independent comics
was, moge duidelijk zijn. Waar talenten als Jeff Smith en
Terry Moore doorbraken en een groot publiek bereikten, heeft
vooral na het instorten van de comicmarkt een aantal makers
de mooie dromen vaarwel moeten zeggen. Michael Brennan is
zo'n maker, die in 1990 begon met zijn concept voor Electric
Girl, een reeks avonturen over de negentienjarige Virginia.
Brennans krantenstrip werd echter op een flinke stapel afwijzingen
getrakteerd, waarna hij het voor gezien hield. In zijn vrije
tijd sleutelde hij verder aan de comic, maar het had niet
langer prioriteit. Pas in 1998, een tijdstip waarop de independent
comics het weer goed deden, bracht hij in eigen beheer het
eerste deel uit van de zwart-wit serie Electric Girl.
Conceptueel doet Electric Girl denken
aan de klassieker Calvin & Hobbes. Dat is niet zo verwonderlijk,
aangezien de comic ooit is bedacht als krantenstrip. Het hoofdpersonage
is de eerdergenoemde Virginia, een op het eerste gezicht gewone
studente. Ze woont thuis bij haar vader, haar moeder is vaak
op reis, haar hondje Blammo is de schrik van de buurt en ze
heeft een gezond aantal vrienden waarmee ze haar vrije tijd
doorbrengt. Haar beste vriend is echter de voor anderen onzichtbare
Oogleeoog, een gremlin voor wie het uithalen van kattenkwaad
honderd procent een primaire levensbehoefte is. Zijn oog is
op Virginia gevallen omdat ze elektriciteit kan opwekken en
dat is natuurlijk een ideale aanjager van allerlei onhandigheden
en problemen. Hoewel soms een dieperliggende rode draad wordt
gesuggereerd, bevatten de eerste vier nummers uitsluitend
losstaande verhalen, opgedeeld in een hoofdverhaal en één
of twee kortere avonturen. Vooral de korte tekstloze verhalen
vormen een aardige exercitie in economisch, effectief vertellen.
De kracht van Brennans vertelstijl
zit in de diversiteit. Virginia is immers een soort superheld,
maar ze ziet haar kracht eerder als een handicap. Daardoor
ligt de nadruk meer op de personages, waarbij dankzij de manier
waarop het concept is uitgewerkt ruimte wordt gecreëerd
voor een samensmelting van allerhande genres. De interactie
tussen Oogleeoog en Virginia benadert de slapstick, het hondje
Blammo brengt het moederinstinct bij Virginia naar boven,
de huiselijke situatie levert een portie soapachtige ontwikkelingen
op en het studentenleven is een bijna onuitputtelijke bron
van plotelementen. Al deze lagen in de serie kunnen worden
gebruikt dankzij de kinderlijk eenvoudige plots. In de vier
eerste nummers krijgt Virginia te maken met een technisch
hoogbegaafd jongetje, een zombie, een op hol geslagen robot
en een 'bad hair day,' alles doorspekt met flashbacks en korte
gags. Juist de combinatie van eenvoud en complexiteit maakt
dat Brennans werk voor een breed publiek toegankelijk is.
Met een negentienjarig personage kan bovendien handig van
twee walletjes worden gegeten: volwassen thema's en kinderlijke
naïviteit gaan hand in hand.
Aangezien Brennan zelf de tekeningen
verzorgt, is het geen verrassing dat tekenwerk en tekst op
elkaar aansluiten. De vrij cartooneske invloeden zijn onmiskenbaar,
maar het uitgangspunt blijft een licht vereenvoudigd realisme.
Toegegeven, soms wordt een loopje met de wetten van het perspectief
genomen en op bepaalde punten zijn de cameraposities beperkt.
Dat neemt niet weg dat het gaat om een heldere, strakke stijl
die langzaamaan steeds verder wordt gestileerd. Voor Virginia
is de perfecte uitstraling gevonden: een in alle opzichten
gewoon meisje met een volwassen uitstraling, zonder dat ze
haar onschuldige blik verliest. Inderdaad, een dichotomie
die door praktisch de gehele serie loopt. De uit een paar
simpele lijnen bestaande Oogleeoog vormt het natuurlijke sluitstuk.
Electric Girl is een comic die zich
lastig laat vangen door een genre. Dat het een alternatieve
serie is, staat buiten discussie, maar in tegenstelling tot
veel andere independents is het er wel eentje die in potentie
een ruim publiek kan aanspreken. Eigenlijk is het jammer dat
Brennan er niet fulltime aan werkt en om de zoveel maanden
een nieuw nummer publiceert, want met voldoende aandacht en
een regelmatige stroom nieuw materiaal zou dit een nieuwe
Bone of Strangers In Paradise kunnen worden. We hebben hier
te maken met een groot talent dat meer erkenning verdient
en in de eerste vier nummers van zijn serie geeft hij zijn
visitekaartje af.
electric
girl #1-4
- mighty gremlin (black & white, 32 pagina's) door:
michael brennan uitgegeven: september 1998
- oktober 1999