Sinds de lancering van de populaire
misdaadserie 100 Bullets zijn schrijver Brian Azzarello en
tekenaar Eduardo Risso uitgegroeid tot twee creatieve zwaargewichten
in de comicwereld. Minder bekend is dat dit duo reeds eerder
heeft samengewerkt. Het gaat hier om Jonny Double, een vierdelige
crime noir miniserie waarin toentertijd nieuwkomers Azzarello
en Risso zichzelf vrijwel direct bewijzen. Ondanks de taalbarrière
(Risso laat zijn scripts altijd vertalen vanuit het Engels)
wordt hun werk gekenmerkt door een enerverende synergie en
het is geen verrassing dat DC de twee daarna ruim baan heeft
gegeven voor hun huidige project 100 Bullets. Voor Jonny Double
is Azzarello in de geschiedenis van DC Comics gedoken. Daar
vond hij privé-detective Double, een obscuur personage
uit de jaren zestig en een ideaal hoofdpersonage voor een
donkere, typische Vertigo comic.
De vertelling opent simpel, met een
reeks tekstkaders als alternatief voor de bekende voice-over
uit de klassieke misdaadfilms. Double heeft zojuist een cliënt
verloren, heeft de bodem van zijn portemonnee bereikt en stemt
maar al te graag in als een man genaamd Hart vraagt of hij
diens dochter Faith wil schaduwen. Hij vindt Faith snel, maar
belandt daarna in een gecompliceerd wespennest als Faiths
vrienden hem betrekken bij de bankroof van de eeuw. Op een
vergeten rekening van Al Brown, ofwel Al Capone, staat namelijk
flink wat geld. Double moet zich voordoen als Browns zoon
en het geld innen. Er blijkt echter veel meer geld op de rekening
te staan: werd die rekening nog gebruikt? Dat is het begin
van een met veel vaart verteld mysterie, waarbij Double intiem
bevriend raakt met Faith, haar vrienden één
voor één worden vermoord en het uitdraait op
een confrontatie met Vic Dalenozzo, een sluwe crimineel met
connecties. Daar wacht Double een schok die alle puzzelstukjes
op de juiste plaats laat vallen.
Vanaf het begin is duidelijk dat Azzarello
houdt van ogenschijnlijk irrelevante zijweggetjes. Van een
grappige flashback tot subplots die nergens heen lijken te
gaan, alles heeft een functie in het grotere geheel. In vergelijking
met zijn latere werk legt hij op gezette tijden weliswaar
te veel uit in te gekunstelde monologen, toch vereist het
hoge tempo een dosis oplettendheid. Belangrijke wendingen
zitten vaak verstopt in een web van karakterontwikkeling,
zodat de aandacht in eerste instantie uitgaat naar wat de
personages doen of zeggen, terwijl dat niet altijd overeenkomt
met wat ze bedoelen. Mensen spreken immers niet altijd de
waarheid, dus waarom zouden ze dat in comics wel doen? Vooral
in de laatste twee nummers is het bittere noodzaak een onderscheid
te maken tussen wat de personages zeggen en wat ze eigenlijk
willen. Hierdoor komen de twee belangrijkste plotwendingen
helaas lichtelijk geforceerd over. Hier en daar worden subplots
uit eerdere delen weggedrukt door de drang naar een daverend
slot. Slim uitgewerkt, dat wel, maar een miniserie die eindigt
met drie pagina's uitleg kent niet de ideale structuur. Gelukkig
houden de scherpe, cryptische dialogen en de filmische manier
van vertellen de boel redelijk staande.
Het tekenwerk van Risso is de laatste
vier jaar niet opzienbarend veranderd. In deze miniserie is
goed zichtbaar dat hij altijd al prima uit de voeten heeft
gekund met complexe composities. Dankzij slim gebruik van
zwarte vlakken wordt snel een tastbare sfeer neergezet. Dat
werkt het best bij locaties als smerige steegjes, twijfelachtige
kroegen en al het andere dat doorgaans wordt geassocieerd
met de onderkant van de moderne samenleving. Zijn personages
zijn nog lang niet zo herkenbaar als tegenwoordig het geval
is, hetgeen in een verhaal met veel hoofdpersonen soms lastig
kan zijn. Zeker wanneer de vrienden van Faith dood opduiken,
kost het enkel op basis van de tekeningen identificeren van
de slachtoffers enige moeite. Op dit punt steekt de inkleuring
niet de helpende hand toe, aangezien bijna alle scènes
hetzelfde grauwe kleurenpalet kennen. Ongeacht deze kritiek
blijft het een feit dat het ruwe talent aanwezig is. Het is
geen alledaagse stijl, maar dat maakt het juist zo verfrissend.
Vergelijkingen met 100 Bullets zijn
gemakkelijk gemaakt. In Jonny Double zijn meerdere ingrediënten
uit die huidige succesreeks te vinden, al moet worden opgemerkt
dat zowel tekst als tekeningen in de tussenliggende periode
zijn bijgeschaafd en geperfectioneerd. Bij Azzarello's stijl
is dit het duidelijkst: hij is spaarzamer met tekst geworden,
legt minder uit en weet tegenwoordig meer en meer in hoeverre
hij op het werk van Risso kan vertrouwen. Kortom, hoewel Jonny
Double geen perfecte comic is, blijft de historische relevantie
onbetwist. De plot kan strakker, de personages kunnen minder
vlak en het tekenwerk kan duidelijker, maar deze samenwerking
tussen Azzarello en Risso geeft een eerste blik op de mogelijkheden
van dit duo. En die mogelijkheden zijn bijna eindeloos.
jonny
double #1-4
- dc / vertigo (full color, 32 pagina's) door:
brian azzarello & eduardo risso uitgegeven:
september 1998 - december 1998